De Communicatie van de Zuiderzee
Apr 8, 2017 14:17:00 GMT 2
Post by AMAZONE KERK on Apr 8, 2017 14:17:00 GMT 2
De Communicatie van de Zuiderzee
Het beest zou spreken in de apocalypse, menselijk worden, want ook zijn getal, de I Ching, is menselijk. Dit is een beeld van het herstel van de hemelse communicatie techniek. Iedereen die het sprekende beest, de sprekende wilde natuur, niet zou volgen zou gedood worden, wat betekent dat de mens aan zijn onverschillige zelf zal afsterven. De christelijke apocalypse vindt alleen waarde in de context van de Chinese mythologie en de I Ching waar het oorspronkelijk vandaan is gekomen. De parallellen en overeenkomsten zijn overduidelijk. Alle thema's en dynamieken van de I Ching komen hierin weer terug.
In het Grieks is het beest metaforisch voor een mens van de wildernis, een wilde. Het beest van de zee komt van oudere religies dan het christendom. Adamu was de watergod van de Yoruba stam van Afrika, opkomende vanuit het water, en was ook de eerste mens. In het Hebreeuws is het beest een volk, een leger, een revolutie, en het beest van de aarde was in Genesis naar de aard van God geschapen. In Egypte is Atum de eerste die opkwam vanuit de waterige afgrond om zichzelf te scheppen. In die zin is Adam, de eerste mens of het eerste volk, het beest. In Egypte in het Oude Rijk (2639-2216 BCE) in de pyramide teksten wordt duidelijk dat de koning, Osiris, opkomt vanuit de verdrinking, vanuit het watergraf, om zo tot de witte steen te gaan die vol zit met wijn, wat ook een apocalyptisch tafereeltje is. Ook zit er water in deze steen. We zien de vergelijking hier met Mozes die op de rots sloeg voor water, en zo werd ook aan Osiris opgedragen om van het water te nemen. Atum woont in deze steen als de slager.
Egyptische PT 211 : "Mijn bijmoeder is Iat (melk-godin), en zij is het die mij voedt, en zij heeft mij gebaard (vergelijk het Mozes verhaal). Ik was ontvangen in de nacht, ik was geboren in de nacht. Ik behoor aan hen toe van de suite van Re, zij die voor de Morgenster zijn. Ik was ontvangen in de waterige afgrond, ik was geboren in de waterige afgrond (oerzee). Ik ben gekomen en heb het brood tot u gebracht wat ik daar gevonden heb."
We zagen in Openbaring dat de overwinnaars de witte steen en het verborgen manna ontvangen. In de Egyptische PT staan deze op de tafel van de offeringen, oftewel de tafel van de toonbroden. Het brood is in de PT de witte steen met daarin de wijn en het water. Ook bevindt zich daar de boog van Nut.
De hexagram van de voleinding in de I Ching, van het doordringen, is hexagram 11, die ook de vrede wordt genoemd. Dit is als het komen tot de tempel van Salomo, wiens troon het getal 666 draagt, als de I Ching. In dit hexagram komt de hemel in contact met de aarde. De hemel daalt neer op aarde, zoals aan het einde van Openbaring, en wanneer het beest van de aarde komt om vuur vanuit de hemel te laten neerdalen. Hier is de communicatie hersteld, de zintuigen zijn gelegd. De witte steen is in de Egyptische PT een zintuig, en niet alleen maar een gave.
In de eerste lijn komt de mens tot de wortels van alles. Dit is niet tijdgebonden. De mens ziet door alles heen. De mens heeft hier dus de witte steen, een heilig zintuig, ontvangen. Het is blijvend.
In de tweede lijn kan de mens de rivier oversteken over de middenweg en afstand is geen probleem. De mens heeft verzicht en overzicht, en rekent niet met de kortzichtigen. De mens komt tot een nieuwe wereld in een nieuwe wet.
In de derde lijn is de aarde een spiegeling van de hemel. Hier is de grens tussen hemel en aarde, en hier gaat de mens weer terug naar waar de mens vandaan kwam, maar het kan de mens niet deren. Hemel en aarde zijn één geworden.
In de vierde lijn blijft de mens doorwerken ondanks het hebben van grote rijkdom. De mens moet zich niet blindstaren op rijkdom, maar verder gaan. Het gaat om de taak die de mens heeft.
In de vijfde lijn worden alle rangen en hiërarchieën omgedraaid. De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn. Hier is niets gebouwd op erfenis, status quo, rijkdom of roof, maar op daadwerkelijke bekwaamheid en de hemelse techniek. De hemel rekent niet met de instellingen van de aarde. De hemel keert hier de aarde om.
In de zesde lijn is het contact tussen hemel en aarde verbroken. Er is een grote ontlading. De muren zijn ingestort, en ook de bruggen. Alles staat open en bloot. Het beest gaat terug in de afgrond voor een nieuwe geboorte. Het is de heilige verlamming waarin er geen contacten kunnen zijn. Hierin is het beest, de mens, veilig. De grote afstand en diepte maakt de mens onbereikbaar.
Het beest zou spreken in de apocalypse, menselijk worden, want ook zijn getal, de I Ching, is menselijk. Dit is een beeld van het herstel van de hemelse communicatie techniek. Iedereen die het sprekende beest, de sprekende wilde natuur, niet zou volgen zou gedood worden, wat betekent dat de mens aan zijn onverschillige zelf zal afsterven. De christelijke apocalypse vindt alleen waarde in de context van de Chinese mythologie en de I Ching waar het oorspronkelijk vandaan is gekomen. De parallellen en overeenkomsten zijn overduidelijk. Alle thema's en dynamieken van de I Ching komen hierin weer terug.
In het Grieks is het beest metaforisch voor een mens van de wildernis, een wilde. Het beest van de zee komt van oudere religies dan het christendom. Adamu was de watergod van de Yoruba stam van Afrika, opkomende vanuit het water, en was ook de eerste mens. In het Hebreeuws is het beest een volk, een leger, een revolutie, en het beest van de aarde was in Genesis naar de aard van God geschapen. In Egypte is Atum de eerste die opkwam vanuit de waterige afgrond om zichzelf te scheppen. In die zin is Adam, de eerste mens of het eerste volk, het beest. In Egypte in het Oude Rijk (2639-2216 BCE) in de pyramide teksten wordt duidelijk dat de koning, Osiris, opkomt vanuit de verdrinking, vanuit het watergraf, om zo tot de witte steen te gaan die vol zit met wijn, wat ook een apocalyptisch tafereeltje is. Ook zit er water in deze steen. We zien de vergelijking hier met Mozes die op de rots sloeg voor water, en zo werd ook aan Osiris opgedragen om van het water te nemen. Atum woont in deze steen als de slager.
Egyptische PT 211 : "Mijn bijmoeder is Iat (melk-godin), en zij is het die mij voedt, en zij heeft mij gebaard (vergelijk het Mozes verhaal). Ik was ontvangen in de nacht, ik was geboren in de nacht. Ik behoor aan hen toe van de suite van Re, zij die voor de Morgenster zijn. Ik was ontvangen in de waterige afgrond, ik was geboren in de waterige afgrond (oerzee). Ik ben gekomen en heb het brood tot u gebracht wat ik daar gevonden heb."
We zagen in Openbaring dat de overwinnaars de witte steen en het verborgen manna ontvangen. In de Egyptische PT staan deze op de tafel van de offeringen, oftewel de tafel van de toonbroden. Het brood is in de PT de witte steen met daarin de wijn en het water. Ook bevindt zich daar de boog van Nut.
De hexagram van de voleinding in de I Ching, van het doordringen, is hexagram 11, die ook de vrede wordt genoemd. Dit is als het komen tot de tempel van Salomo, wiens troon het getal 666 draagt, als de I Ching. In dit hexagram komt de hemel in contact met de aarde. De hemel daalt neer op aarde, zoals aan het einde van Openbaring, en wanneer het beest van de aarde komt om vuur vanuit de hemel te laten neerdalen. Hier is de communicatie hersteld, de zintuigen zijn gelegd. De witte steen is in de Egyptische PT een zintuig, en niet alleen maar een gave.
In de eerste lijn komt de mens tot de wortels van alles. Dit is niet tijdgebonden. De mens ziet door alles heen. De mens heeft hier dus de witte steen, een heilig zintuig, ontvangen. Het is blijvend.
In de tweede lijn kan de mens de rivier oversteken over de middenweg en afstand is geen probleem. De mens heeft verzicht en overzicht, en rekent niet met de kortzichtigen. De mens komt tot een nieuwe wereld in een nieuwe wet.
In de derde lijn is de aarde een spiegeling van de hemel. Hier is de grens tussen hemel en aarde, en hier gaat de mens weer terug naar waar de mens vandaan kwam, maar het kan de mens niet deren. Hemel en aarde zijn één geworden.
In de vierde lijn blijft de mens doorwerken ondanks het hebben van grote rijkdom. De mens moet zich niet blindstaren op rijkdom, maar verder gaan. Het gaat om de taak die de mens heeft.
In de vijfde lijn worden alle rangen en hiërarchieën omgedraaid. De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn. Hier is niets gebouwd op erfenis, status quo, rijkdom of roof, maar op daadwerkelijke bekwaamheid en de hemelse techniek. De hemel rekent niet met de instellingen van de aarde. De hemel keert hier de aarde om.
In de zesde lijn is het contact tussen hemel en aarde verbroken. Er is een grote ontlading. De muren zijn ingestort, en ook de bruggen. Alles staat open en bloot. Het beest gaat terug in de afgrond voor een nieuwe geboorte. Het is de heilige verlamming waarin er geen contacten kunnen zijn. Hierin is het beest, de mens, veilig. De grote afstand en diepte maakt de mens onbereikbaar.