Fragmenten van "De Putten van Galati"
Mar 17, 2018 14:53:53 GMT 2
Post by AMAZONE KERK on Mar 17, 2018 14:53:53 GMT 2
De Putten van Galati
Fragment 1.
"Het hindoeïsme is de derde grootste godsdienst van de wereld, en vandaar van belang om de context van de wereld te kunnen begrijpen. Deze godsdienst heeft haar oorsprong in Orion. Het is daarom goed om de Orionse wortels te bestuderen. Het Orionse India is genaamd Kèlè en het Orionse hindoeïsme is genaamd Kèlèisme, genoemd naar de godin Kèlè, die in het hindoeïsme op aarde Kali wordt genoemd, de partner van Shiva, Esav (Ezau). Zij wordt ook de zwarte nacht genoemd en de grote nacht en rust van het bestaan. Esav is slechts een deel van Jakob. Kèlè, Kali, staat voor het scheppende aspect, en Shiva, Ezav, staat voor bewustzijn. Als de schepper is Kèlè ook de demonologie waardoor alle schepping plaatsvindt. Zij is de vernietiger van het kwaad."
Fragment 2.
"In het Westen van Orion ligt een grote kosmische rivier genaamd de Benshlam. Achter deze rivier ligt het rivierengebied Kèlè. Hier liggen dus de diepere Orionse oorsprongen van het hindoeïsme. Het hindoeïsme is toch een zekere verdraaiing ervan door de Arcturische lens. Ook het christendom en de islam kwamen hier uit voort, en andere religies. Vandaar dat het belangrijk is deze religies te onderzoeken om te zien welke sporen ze hebben opgevangen. Zomaar al deze religies af te doen als onnuttig zou geestelijke zelfmoord zijn. Ze bevatten vitale onderdelen van levensbelang voor het voortzetten van de tocht in de gnosis, de diepte in. Ergens halverwege te stoppen zou vastgroeien betekenen, en dan kan men niet meer dieper, en dan sterft de ziel af, om overgenomen te worden door parasieten.
Er liggen diepe parallellen tussen Kèlè en Kali. De horror die bij hun mythologie hoort is metaforisch voor het vernietigen van het ego. Hun naaktheid is metaforisch de openbaring. Kali, oftewel Kèlè, is een beeld van de apocalypse, de uiteindelijke dood van het ego wat tot bewustzijn leidt. Dit is een heel cyclisch gebeuren, en gaat telkens dieper.
De Kèlè (Kali) wortel in het Nieuwe Testament :
Lukas 8:15 - zaaien in goede (kale-kali) aarde
Johannes 10:32 - Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele goede (kale-kali) werken doen zien vanwege mijn Vader; om welk van die werken wilt gij Mij stenigen?
1 Petrus 4:11 - Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede (kaloi-kali) rentmeesters over de velerlei genade Gods.
Ook is Kèlè (Kali) terug te vinden in de Galati wortel : GL.T, KL.T als Kèlè-T. T is een oer-hieroglyph van de heilige gebondenheid. Het boek Galaten gaat over het afsterven van de lagere werken van het vlees, en het verbonden worden met de gnosis, opdat het goede (Kèle) werken zal voortbrengen. Wij moeten dus leven vanuit de geestelijke charis, de loonsgaven van de gnosis, oftewel de werken van Kèlè, die voortkomen vanuit de heilige gebondenheid. Dit komt dus voort vanuit geduld, hetgeen ook Calvijn stelt in zijn commentaar op het Nieuwe Testament.
De charis, de loonsgaven van Kèlè, de Orionse godin van de grote, zwarte nacht, van het afsterven van het ego, zijn de bruidsgaven in het Aramees. KLH, Kalu, kali, betekent vernietiging, bruid en huwelijk, wat dus een allegorie is van het offeren van het ego. In de Gnosis van het Nieuwe Testament wordt dit pad beschreven. Wanneer een mens deze heilige bruidgaven aanraakt, als het eerlijk verdiende bruidsloon, dan sterft het ego af. Het zijn wapenen die eerst met de mens zelf zullen afrekenen. Alleen door de heilige, eeuwige dood van het ego, kan de mens deelnemen aan deze oorlog.
Ook komt deze godin terug in het woord Kolosse, KL.S, Kèlè-Sa, als de onderscheidende en dus ook verzoenende kennis (Egyptisch) van Kèlè. Kolosse is het boek van de dualistische gnosis, als een belangrijke dynamiek in het geheel, een belangrijke kraal, een belangrijke schakel van het heilige sieraad. De verbinding tussen Galati en Kolossi is daarom ook de S.T, de SAT, ZaaD, van Kèlè (Kali), wat een oerhieroglyph van het "kruis" is waarin de godin haar ellebogen heeft gespreid om de mens tot haar te nemen. De T is in het amazone alfabet ook de vrouwelijke Nehemia, de reformator en bouwer van de amazone kerk van de gnosis. De T is dus een tempelbouwer, een kerkbouwer, in de geestelijke gewesten, wat ook weer tot zijn recht komt in Kèlè-T, oftewel Galati, de Paulinische brief aan de Galaten.
Wij moeten tot de diepte komen van deze twee belangrijke boeken. Kèlè leidt tot de heilige gebondenheid tot het afsterven van het ego in Galati, en zo tot Kolossi het natuur-proza, de amazone S, te komen, als de opslagplaats van de gnosis. Vandaar dat deze twee letters nauw aan elkaar verbonden zijn. De T bouwt de S, of leidt tot de S, de natuurkerk van de gnosis. Er zijn grote energie-uitwisselingen tussen Galati en Kolossi. Het is een allegorie van de mens komende tot de godin, de zwarte baarmoeder, het zwarte gat, wat diep ge-encodeerd ligt in deze mythologie. De Kolossi-spiegel is de bewaker. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Alleen door de Galati sleutel, de T van Kèlè, kan een mens tot de Kolossi-spiegel gaan. Dit is een groot mysterie.
Het boek Galaten heeft in het Sanskrit de wortel galati, wat onthechting betekent, het afdalen, het vallen. Eerst moet de mens loskomen van het materialisme. De boodschap van Galaten is dat het niet om uiterlijke tekenen gaat. Het gaat niet om wachtwoorden, maar om het diepere werk. De mens moet geen eigen koninkrijkjes bouwen, en ook geen naam voor zichzelf. De mens moet daar geheel van loskomen. Eerzucht en naammakerij zijn valse geesten. De mens zal nooit tot Kolossi komen, tot de S van Kèlè, als de mens nog zulke afgoden in het hart draagt. De S is de onderscheiding en ook de verzoening met de hemelse realiteit, zoals de boom van kennis, van goed (kalou-kali, Septuagint) en "kwaad" (ra, Hebreeuws), wat gewoon puur het toetsen en de onderscheiding is. Het heilige kwaad, het afdalen in de onderwereld, is belangrijk om het ego te onderscheiden en af te leggen. Dit is de boom van de gnosis (Septuagint) van Kèlè (Septuagint), van de onderscheiding (Ra, Hebreeuws). Hier hangen de vruchten van zowel Galati als Kolossi. De mens is door al het materialisme esoterisch bankroet gegaan.
Laat u niet meer tegenhouden door de uiterlijke tekenen van de kerk, maar ga de diepte in. Kolosse gaat over het opgroeien in de rechte kennis, in de dualistische en demonologische kennis van Kèlè, als een toerusting van de heiligen. Kolosse gaat over het vruchtdragen door verbinding met Haar, nadat het ego is gevallen in de putten van Galati. In Kolossi wordt de gemeente opgeladen, nadat de gemeente diep in de Ramadan is gegaan. Kolossi gaat over de schatten en sieraden in de grotten van de gnosis, als een mijnenstelsel. Eerst raakt de mens hierin verdwaald en verstrikt, om eerst door de Galati-ervaring tot een dieper pasen te komen. Hier komt de mens tot de heilige tekenen van het hart, de geestelijke en esoterische tekenen die eeuwigheids-waarde hebben. Alles krijgt hier een diepere betekenis, en de diepere structuren worden geopenbaard. Dit is een vast, aansluitend werk. De mens is zo klaar om deel te worden van het grotere geheel, wat ook de woordbetekenis van Kolosse is. De mens moet hier de lagere wet van het ego volkomen loslaten, om zo deel te hebben aan de openbaring van de hogere wet van het evangelie van de gnosis. Dit wordt niet geopenbaard aan hen die denken wijs te zijn, maar aan kinderen, zij die uit de baarmoeder komen. Zij die in verbinding staan met hun godin, hun innerlijke moeder. Zij komen voort uit een duistere nacht, waarin de vleselijke, arrogante wijsheid van hun ego is gestorven. Zij worden voortgetrokken door iets wat ze niet begrijpen, maar het is niet de stad, niet hun ego wat ze hebben afgelegd. Zij worden door de diepere natuur geroepen. Zij hebben de diepte van de psalmen gezien.
Kèlè is Zij die de vijand, het ego, heeft verslagen, ook in het hindoeïsme. Dat is waaraan de mens zichzelf moet hervormen. De mens moet haar ontvangen en zoals Haar worden. Het is een belangrijk archetype verankerd in de diepte van de ziel van de mens. De mens kan dit accepteren en zich erdoor laten onderwijzen, of het archetype zal de mens ten onder brengen als deze mens nog steeds vastkleeft aan het ego. Het is dus buigen of breken als de mens komt tot de tempel van tijd. Kèlè (Kali) is eeuwige tijd, de verslinder van tijd. Alles is in haar tot volmaaktheid gekomen. Daarom is zij in het Grieks ook "het goede". De mens kan aan haar niet ontkomen. Het is een tikkend raadsel. De mens moet daarom klaar komen met dit mysterie. Er ligt hierin een grote opdracht voor de mens."
Fragment 1.
"Het hindoeïsme is de derde grootste godsdienst van de wereld, en vandaar van belang om de context van de wereld te kunnen begrijpen. Deze godsdienst heeft haar oorsprong in Orion. Het is daarom goed om de Orionse wortels te bestuderen. Het Orionse India is genaamd Kèlè en het Orionse hindoeïsme is genaamd Kèlèisme, genoemd naar de godin Kèlè, die in het hindoeïsme op aarde Kali wordt genoemd, de partner van Shiva, Esav (Ezau). Zij wordt ook de zwarte nacht genoemd en de grote nacht en rust van het bestaan. Esav is slechts een deel van Jakob. Kèlè, Kali, staat voor het scheppende aspect, en Shiva, Ezav, staat voor bewustzijn. Als de schepper is Kèlè ook de demonologie waardoor alle schepping plaatsvindt. Zij is de vernietiger van het kwaad."
Fragment 2.
"In het Westen van Orion ligt een grote kosmische rivier genaamd de Benshlam. Achter deze rivier ligt het rivierengebied Kèlè. Hier liggen dus de diepere Orionse oorsprongen van het hindoeïsme. Het hindoeïsme is toch een zekere verdraaiing ervan door de Arcturische lens. Ook het christendom en de islam kwamen hier uit voort, en andere religies. Vandaar dat het belangrijk is deze religies te onderzoeken om te zien welke sporen ze hebben opgevangen. Zomaar al deze religies af te doen als onnuttig zou geestelijke zelfmoord zijn. Ze bevatten vitale onderdelen van levensbelang voor het voortzetten van de tocht in de gnosis, de diepte in. Ergens halverwege te stoppen zou vastgroeien betekenen, en dan kan men niet meer dieper, en dan sterft de ziel af, om overgenomen te worden door parasieten.
Er liggen diepe parallellen tussen Kèlè en Kali. De horror die bij hun mythologie hoort is metaforisch voor het vernietigen van het ego. Hun naaktheid is metaforisch de openbaring. Kali, oftewel Kèlè, is een beeld van de apocalypse, de uiteindelijke dood van het ego wat tot bewustzijn leidt. Dit is een heel cyclisch gebeuren, en gaat telkens dieper.
De Kèlè (Kali) wortel in het Nieuwe Testament :
Lukas 8:15 - zaaien in goede (kale-kali) aarde
Johannes 10:32 - Jezus antwoordde hun: Ik heb u vele goede (kale-kali) werken doen zien vanwege mijn Vader; om welk van die werken wilt gij Mij stenigen?
1 Petrus 4:11 - Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede (kaloi-kali) rentmeesters over de velerlei genade Gods.
Ook is Kèlè (Kali) terug te vinden in de Galati wortel : GL.T, KL.T als Kèlè-T. T is een oer-hieroglyph van de heilige gebondenheid. Het boek Galaten gaat over het afsterven van de lagere werken van het vlees, en het verbonden worden met de gnosis, opdat het goede (Kèle) werken zal voortbrengen. Wij moeten dus leven vanuit de geestelijke charis, de loonsgaven van de gnosis, oftewel de werken van Kèlè, die voortkomen vanuit de heilige gebondenheid. Dit komt dus voort vanuit geduld, hetgeen ook Calvijn stelt in zijn commentaar op het Nieuwe Testament.
De charis, de loonsgaven van Kèlè, de Orionse godin van de grote, zwarte nacht, van het afsterven van het ego, zijn de bruidsgaven in het Aramees. KLH, Kalu, kali, betekent vernietiging, bruid en huwelijk, wat dus een allegorie is van het offeren van het ego. In de Gnosis van het Nieuwe Testament wordt dit pad beschreven. Wanneer een mens deze heilige bruidgaven aanraakt, als het eerlijk verdiende bruidsloon, dan sterft het ego af. Het zijn wapenen die eerst met de mens zelf zullen afrekenen. Alleen door de heilige, eeuwige dood van het ego, kan de mens deelnemen aan deze oorlog.
Ook komt deze godin terug in het woord Kolosse, KL.S, Kèlè-Sa, als de onderscheidende en dus ook verzoenende kennis (Egyptisch) van Kèlè. Kolosse is het boek van de dualistische gnosis, als een belangrijke dynamiek in het geheel, een belangrijke kraal, een belangrijke schakel van het heilige sieraad. De verbinding tussen Galati en Kolossi is daarom ook de S.T, de SAT, ZaaD, van Kèlè (Kali), wat een oerhieroglyph van het "kruis" is waarin de godin haar ellebogen heeft gespreid om de mens tot haar te nemen. De T is in het amazone alfabet ook de vrouwelijke Nehemia, de reformator en bouwer van de amazone kerk van de gnosis. De T is dus een tempelbouwer, een kerkbouwer, in de geestelijke gewesten, wat ook weer tot zijn recht komt in Kèlè-T, oftewel Galati, de Paulinische brief aan de Galaten.
Wij moeten tot de diepte komen van deze twee belangrijke boeken. Kèlè leidt tot de heilige gebondenheid tot het afsterven van het ego in Galati, en zo tot Kolossi het natuur-proza, de amazone S, te komen, als de opslagplaats van de gnosis. Vandaar dat deze twee letters nauw aan elkaar verbonden zijn. De T bouwt de S, of leidt tot de S, de natuurkerk van de gnosis. Er zijn grote energie-uitwisselingen tussen Galati en Kolossi. Het is een allegorie van de mens komende tot de godin, de zwarte baarmoeder, het zwarte gat, wat diep ge-encodeerd ligt in deze mythologie. De Kolossi-spiegel is de bewaker. Het is het geheimschrift van de onderwereld. Alleen door de Galati sleutel, de T van Kèlè, kan een mens tot de Kolossi-spiegel gaan. Dit is een groot mysterie.
Het boek Galaten heeft in het Sanskrit de wortel galati, wat onthechting betekent, het afdalen, het vallen. Eerst moet de mens loskomen van het materialisme. De boodschap van Galaten is dat het niet om uiterlijke tekenen gaat. Het gaat niet om wachtwoorden, maar om het diepere werk. De mens moet geen eigen koninkrijkjes bouwen, en ook geen naam voor zichzelf. De mens moet daar geheel van loskomen. Eerzucht en naammakerij zijn valse geesten. De mens zal nooit tot Kolossi komen, tot de S van Kèlè, als de mens nog zulke afgoden in het hart draagt. De S is de onderscheiding en ook de verzoening met de hemelse realiteit, zoals de boom van kennis, van goed (kalou-kali, Septuagint) en "kwaad" (ra, Hebreeuws), wat gewoon puur het toetsen en de onderscheiding is. Het heilige kwaad, het afdalen in de onderwereld, is belangrijk om het ego te onderscheiden en af te leggen. Dit is de boom van de gnosis (Septuagint) van Kèlè (Septuagint), van de onderscheiding (Ra, Hebreeuws). Hier hangen de vruchten van zowel Galati als Kolossi. De mens is door al het materialisme esoterisch bankroet gegaan.
Laat u niet meer tegenhouden door de uiterlijke tekenen van de kerk, maar ga de diepte in. Kolosse gaat over het opgroeien in de rechte kennis, in de dualistische en demonologische kennis van Kèlè, als een toerusting van de heiligen. Kolosse gaat over het vruchtdragen door verbinding met Haar, nadat het ego is gevallen in de putten van Galati. In Kolossi wordt de gemeente opgeladen, nadat de gemeente diep in de Ramadan is gegaan. Kolossi gaat over de schatten en sieraden in de grotten van de gnosis, als een mijnenstelsel. Eerst raakt de mens hierin verdwaald en verstrikt, om eerst door de Galati-ervaring tot een dieper pasen te komen. Hier komt de mens tot de heilige tekenen van het hart, de geestelijke en esoterische tekenen die eeuwigheids-waarde hebben. Alles krijgt hier een diepere betekenis, en de diepere structuren worden geopenbaard. Dit is een vast, aansluitend werk. De mens is zo klaar om deel te worden van het grotere geheel, wat ook de woordbetekenis van Kolosse is. De mens moet hier de lagere wet van het ego volkomen loslaten, om zo deel te hebben aan de openbaring van de hogere wet van het evangelie van de gnosis. Dit wordt niet geopenbaard aan hen die denken wijs te zijn, maar aan kinderen, zij die uit de baarmoeder komen. Zij die in verbinding staan met hun godin, hun innerlijke moeder. Zij komen voort uit een duistere nacht, waarin de vleselijke, arrogante wijsheid van hun ego is gestorven. Zij worden voortgetrokken door iets wat ze niet begrijpen, maar het is niet de stad, niet hun ego wat ze hebben afgelegd. Zij worden door de diepere natuur geroepen. Zij hebben de diepte van de psalmen gezien.
Kèlè is Zij die de vijand, het ego, heeft verslagen, ook in het hindoeïsme. Dat is waaraan de mens zichzelf moet hervormen. De mens moet haar ontvangen en zoals Haar worden. Het is een belangrijk archetype verankerd in de diepte van de ziel van de mens. De mens kan dit accepteren en zich erdoor laten onderwijzen, of het archetype zal de mens ten onder brengen als deze mens nog steeds vastkleeft aan het ego. Het is dus buigen of breken als de mens komt tot de tempel van tijd. Kèlè (Kali) is eeuwige tijd, de verslinder van tijd. Alles is in haar tot volmaaktheid gekomen. Daarom is zij in het Grieks ook "het goede". De mens kan aan haar niet ontkomen. Het is een tikkend raadsel. De mens moet daarom klaar komen met dit mysterie. Er ligt hierin een grote opdracht voor de mens."