AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Mar 23, 2017 11:30:44 GMT 2
Commentaar op de eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs
Door Calvijn II
1
1Paulus, een geroepen apostel van Christus Jezus door de wil van God, en Sostenes, de broeder, 2aan de gemeente Gods te Korinte, aan de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen met allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen, hun en onze Here: 3genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus.
Het is bestemd aan de heiligen, d.w.z. de afgezonderden en de verstotenen. Alleen zij zullen de ware boodschap kunnen ontvangen. Hen die niet afgezonderd zijn zullen er mee weglopen en het verletteren en vervalsen.
4Ik dank God te allen tijde over u, vanwege de genade Gods, die u in Christus Jezus geschonken is; 5want in elk opzicht zijt gij rijk geworden in Hem: in alle woord en alle kennis, 6gelijk het getuigenis aangaande Christus onder u bevestigd is, 7zodat gij ten aanzien van geen enkele genadegave te kort komt, terwijl gij uitziet naar de openbaring van onze Here Jezus Christus. 8Hij zal u ook bevestigen ten einde toe, zodat gij onberispelijk zult zijn op de dag van onze Here Jezus Christus. 9God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here.
De honger mystiek wil dat de mens eenwordt met Jezus Christus, die doorwijst op allerlei andere archetypes in de geschiedenis. De religieuze schatten moeten niet zomaar weggeworpen worden omdat zij onrein en corrupt zijn, maar zij moeten beschouwd worden als visgebied waar de mens kan vissen naar esoterische waarheden.
10Doch ik vermaan u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: weest allen eenstemmig en laten er geen scheuringen onder u zijn; weest vast aaneengesloten, één van zin en één van gevoelen. 11Mij is namelijk omtrent u, mijn broeders, medegedeeld door de (huisgenoten) van Chloë, dat er twisten onder u zijn. 12Ik bedoel dit, dat ieder uwer zijn leus heeft: Ik ben van Paulus! En ík van Apollos! En ík van Kefas! En ík van Christus! 13Is Christus gedeeld? Is Paulus dan voor u gekruisigd, of zijt gij in de naam van Paulus gedoopt? 14Ik ben dankbaar, dat ik niemand uwer gedoopt heb dan Crispus en Gajus; 15zodat niemand kan zeggen, dat gij in mijn naam gedoopt zijt. 16Ook heb ik nog het gezin van Stefanas gedoopt; verder weet ik niet, dat ik nog iemand gedoopt heb. 17Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen, en dat niet met wijsheid van woorden, om niet het kruis van Christus tot een holle klank te maken.
Paulus wijst hier terug op zijn baas, Jezus, die het Woord is, de logos. Dit is het Woord van het kruis, waar ook het volgende vers over gaat. De wijsheid van woorden is hieraan tegenovergesteld de valse wijsheid die mensen naar de mond praat en protst. De vleiers gaan tegen het kruis in. Het Woord des kruizes is niet romantisch, vermakend of adverterend. Het Woord des kruizes is een bevel, een uiteenzetting van de Wet.
18Want het woord des kruises is wel voor hen, die verloren gaan, een dwaasheid, maar voor ons, die behouden worden, is het een kracht Gods. 19Want er staat geschreven: Verderven zal Ik de wijsheid der wijzen, en het verstand der verstandigen zal Ik verdoen. 20Waar blijft de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid der wereld tot dwaasheid gemaakt? 21Want daar de wereld in de wijsheid Gods door haar wijsheid God niet gekend heeft, heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking te redden hen, die geloven. 22Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, 23doch wij prediken een gekruisigde Christus, voor Joden een aanstoot, voor heidenen een dwaasheid, 24maar voor hen, die geroepen zijn, Joden zowel als Grieken, (prediken wij) Christus, de kracht Gods en de wijsheid Gods. 25Want het dwaze van God is wijzer dan de mensen en het zwakke van God is sterker dan de mensen.
Paulus probeert hier aan te sturen op dwaasheid, de heilige waanzin. Deze moet verkregen worden door veel hindernissen in de hongermystiek. Zonder demonologie is de wijsheid slechts ijdelheid.
26Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken. 27Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; 28en wat voor de wereld onaanzienlijk en veracht is, heeft God uitverkoren, dat, wat niets is, om aan hetgeen wèl iets is, zijn kracht te ontnemen, 29opdat geen vlees zou roemen voor God.
Op de bodem van de zwakheid ligt kracht. Het volk moest een hongertocht maken door de wildernis om tot het beloofde land te komen. Je komt tot kracht door door de honger wildernissen te gaan. Kracht betekent gevoeligheid, kennis. Velen haken af en gaan terug tot de steden om kracht te roven. Ze nemen hiervoor de sieraden van de stad waardoor ze verstenen en de wildernis niet meer kunnen binnengaan. Ze worden gebruikt als bouwstenen van de stad.
30Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, 31opdat het zij, gelijk geschreven staat: Wie roemt, roeme in de Here.
De mens wordt door de afzondering en de honger onderworpen aan het touw.
2
1Ook ben ik, toen ik tot u kwam, broeders, niet met schittering van woorden of wijsheid u het getuigenis van God komen brengen. 2Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd. 3Ook kwam ik in zwakheid, met veel vrezen en beven tot u; 4mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht, 5opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God.
IJdele welsprekendheid en wijsheid dooft het kruis uit en verbergt het in trots en eerzucht. Dit is ook wat Calvijn stelt in zijn commentaar op de Korinthiërs brief. Er is dus een geest van valse versiering die op de loer staat om de mens van het kruis weg te nemen, en van de honger mystiek, zodat de mens het beloofde land niet in zal gaan. Er is een strijd tegen sierzucht, het overmoedig en vals sieren van de stad, wat ook in woordgebruik naar voren kan komen. Weest op uw hoede voor hen die zich zo opstellen. Zij zijn ten prooi gevallen aan de geest Elias, de duivel van Toronto. Zij zijn overmoedige grijpers waardoor zij verstenen. Dit wordt in de Amazone theologie ook 'nak' genoemd, waar het woord 'naker' vandaan komt, de 'dochters der mensen' die het nephilim geslacht grootmaakten in Genesis 6. Hier ligt dus zowel bij Paulus als Calvijn een grote waarschuwing.
6Toch spreken wij wijsheid bij hen, die daarvoor rijp zijn, een wijsheid echter niet van deze eeuw, noch van de beheersers dezer eeuw, wier macht teniet gaat, 7maar wat wij spreken, als een geheimenis, is de verborgen wijsheid Gods, die God reeds van eeuwigheid voorbeschikt heeft tot onze heerlijkheid. 8En geen van de beheersers dezer eeuw heeft van haar geweten, want indien zij van haar geweten hadden, zouden zij de Here der heerlijkheid niet gekruisigd hebben.
De ware wijsheid is oorlogs strategie die ontstaat wanneer de honger rijpt. De grafrovers willen hier niet op wachten. Zij zijn piraten. Zij gaan niet aan het kruis. Zij kruisigen alleen. Zij gaan niet diep de wildernis in. Zij gaan naar de mausoleums en kerkhoven van de stad om daar kostbaarheden en sieraden te roven. Zij willen zelf niet sterven.
9Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. 10Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. 11Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods. 12Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is.
Het touw moet ons tot eeuwige behoudenis leiden, het eeuwige touw wat niet verbroken kan worden. Deze gebondenheid mag niet genezen worden, en moet tot een punt komen waarop er geen genezing meer voor is, zodat wij nooit meer worden weggenomen.
"12. Want zo zegt de Here: Dodelijk is uw breuk, ongeneeslijk uw wond; 13. niemand is er, die het voor u opneemt; om uw wonden op te binden, voor u is er geen genezing. 14. Al uw minnaars hebben u vergeten, zij vragen naar u niet. Want Ik heb u geslagen, zoals een vijand slaat, zoals een meedogenloze tuchtigt, om de grootte van uw ongerechtigheid, omdat uw zonden geweldig zijn." - Jeremia 30
13Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken. 14Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is. 15Maar de geestelijke mens beoordeelt alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. 16Want wie kent de zin des Heren, dat hij Hem zou voorlichten? Maar wij hebben de zin van Christus.
Het gaat er dus om om tot het onuitwisbare merkteken van het touw te komen, de heilige waanzin. De mens moet komen tot de heilige onweerstaanbaarheid, de vierde esoterische wet van Calvijn, oftewel de I-wet (irresistible). In Calvijn's letterlijke leer is dit onweerstaanbare genade, maar genade is een misvertaling van het Griekse 'charis', wat wel degelijk om loon gaat. De mens moet dus de vierde wet ontvangen. Dit is ook de vierde wet in het amazonisme.
|
|
AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Mar 24, 2017 11:30:27 GMT 2
3
1En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in Christus. 2Melk heb ik u gegeven, geen vast voedsel, want dat kondt gij nog niet verdragen. Ja, dat kunt gij ook nu nog niet,
We begaan stelselmatig het esoterische pad van het calvinisme, de gereformeerde esoterie, die voortkomt vanuit de islamitische esoterie. De vierde wet van de heilige onweerstaanbaarheid, het touw waar niet tegen verzet kan worden, komt voort vanuit een grote honger, een vasten, wat in de islam de Ramadan wordt genoemd, en wat ook één van de vijf zuilen van de islam is. In het calvinisme is de honger de eerste wet, waarin de mens totaal verlaten is en hulpeloos, de T-wet. Dit is de reden waarom God in de islam geen kinderen heeft. Alles is in de honger, alles is in de verstotenheid. Alleen zo kan de heilige onweerstaanbaarheid zuiver wortel schieten. De mens kan geen vast voedsel verdragen hier, en is overgeleverd aan melk, in de eerste verzen van het derde hoofdstuk. Paulus laat zien dat er een duidelijke voedsel-restrictie is, zoals ook Jeremia dit laat zien.
3want gij zijt nog vleselijk. Want als er onder u nijd en twist is, zijt gij dan niet vleselijk, en leeft gij niet als onveranderde mensen? 4Want wanneer de een zegt: Ik ben van Paulus; en de ander: Ik van Apollos; zijt gij dan niet onveranderde mensen? 5Wat is dan Apollos? Of wat is Paulus? Dienaren, door wie gij tot geloof gekomen zijt, en wel zoals de Here dit aan een ieder geschonken heeft.
In de esoterie is dit ook wat er door de honger gebeurt. De mens wordt paranoïde en trekt zich terug of wordt twistziek, om toch maar aan energie te komen. De honger is een arena. Hierin wordt een mens getest. De honger moet leiden tot het touw, en niet de overmoedige oorlog.
6Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de wasdom. 7Daarom, noch wie plant, noch wie begiet, betekent iets, maar God, die de wasdom geeft. 8Wie plant en wie begiet, staan gelijk; alleen zal elk zijn eigen loon krijgen naar zijn eigen werk. 9Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij.
Wanneer we het over God hebben in de calvinistische esoterie dan hebben we het dus over de heilige onweerstaanbaarheid, de vierde wet. Zonder deze wet zou de mens nog dingen uit zichzelf doen, vanuit het vlees. Alleen in de heilige onweerstaanbaarheid kan het vlees afsterven. Het Eeuwig Evangelie spreekt in dit opzicht over nieuw vlees ontvangen.
10Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt. 11Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen.
De christelijke esoterie is prachtig, en kan zo diep gaan als maar nodig is, maar de christelijke letterlijkheid is een verschrikking. Mozes liet zien dat door te offeren de mens kon afrekenen met de zonde, en dit offeren is de gehoorzaamheid. Veel Judaïsten nemen dit nog steeds symbolisch, terwijl de christenen het hebben verletterlijkt. In de Jezus Christus leer gaat het erom jezelf te offeren, maar er werd in het boek Daniël al geprofeteerd dat het dagelijkse offer gestaakt zou worden. Deze profetie is vervuld in de genade leer die kwam opzetten in het latere christendom, in het Paulinisme en het Calvinisme, die berust op een selectieve vertaling van het woordje 'charis'. De mens werd onderworpen aan de uitverkiezing, die zijn climax kreeg in het calvinisme. In die zin had het offeren geen nut, want als je niet uitverkoren zou zijn dan zou je nog verloren gaan. De mens kon dus niet meer offeren. Het werd gestaakt. Wat is de esoterische betekenis hiervan ? De mens mag niet overmoedig offeren, maar moet weer worden als een kind. De mens verloor het zo corrupt geworden priesterschap, en werd tot een hulpeloze tentslaaf. De mens moest het overmoedig strijden opgeven. Hierin kreeg Jezus Christus een hele andere betekenis.
12Is er iemand, die op dit fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, 13ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. 14Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, 15maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.
Korinthe was een stad van grote sierzucht en materialisme. Wat kunnen we esoterisch hier van leren ? De offerdieren werden versierd, zoals ook Jezus werd versierd voordat hij werd geofferd. De sieraden staan voor de restricties van de gnosis, opdat betekenissen niet oeverloos worden. Dit is alreeds een groot oordeel. De sieraden zijn tot transformatie van de vijand, tot inpassing in het esoterische systeem waarin alles bruikbaar is.
16Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? 17Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig. 18Laat niemand zichzelf misleiden. Indien iemand onder u meent wijs te zijn in deze tijd, hij worde dwaas, om wijs te worden. 19Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid voor God. Want er staat geschreven: Die de wijzen vangt in hun sluwheid;
De mens wordt versierd met educatie, met gnosis. Dit is ook wat de jacht in diepte betekent : het versieren met kennis, zodat alles kan veranderen, diepere betekenissen kan krijgen. Dit moet met alles gebeuren. De mens moet niet zo overwijs worden dat hij smetvrees krijgt.
20en elders: De Here weet, dat de overleggingen der wijzen vruchteloos zijn. 21Daarom, niemand beroeme zich op mensen; alles is immers het uwe: 22hetzij Paulus, Apollos of Kefas, hetzij wereld, leven of dood, hetzij heden of toekomst, het is alles het uwe; 23doch gij zijt van Christus, en Christus is van God.
Mozes stelde de offerdienst in, de noodzaak tot gehoorzaamheid. Jezus was het beeld van de opoffering van het zelf, en Paulus was de diepere dimensie van de heilige onweerstaanbaarheid, omdat de mens dit niet uit eigen kracht kon. De islam bracht de totale hulpeloosheid, de Ramadan. Al deze vier elementen werden uitgewerkt in Calvijn : Mozes was de derde wet, de L-wet van gelimiteerde verzoening. De L-wet is de scheiding tussen de uitverkorenen en de goddelozen. Jezus was de komst van de vijfde wet, de P-wet van de volharding van de heiligen, wat zeer persoonlijk is, alhoewel Calvijn stelde dat de andere wetten hieraan vooraf gingen, omdat de mens vanuit zichzelf niets te willen heeft, i.e. geen vrije wil heeft. Dit was een groot oordeel. De islam is de eerste wet, de T-wet, de put van de Ramadan, oftewel de hongerput. Paulus was de vierde wet van de heilige onweerstaanbaarheid, de I-wet. Calvijn zelf was de tweede wet, de U-wet, van de uitverkiezing, wat zijn Germaanse wortels had in de komst van de Walkuren, de Germaanse amazone godinnen, die op zoek gingen naar hen die op de strijdvelden een brute dood aan zichzelf waren gestorven.
4
1Zo moet men ons beschouwen: als dienaren van Christus, aan wie het beheer van de geheimenissen Gods is toevertrouwd. 2Voor zulke beheerders is dit tenslotte het vereiste: betrouwbaar te blijken.
De mens moet afsterven aan de valse sierzucht van het materialisme, en zich sieren met de heilige kennis, maar dit gebeurt in het verborgene. De mens moet niet opgeblazen in de kennis worden.
3Nu raakt het mij zeer weinig, of ik al door u of door enig menselijk gericht beoordeeld word. Ja, ook mijzelf beoordeel ik niet. 4Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik niet gerechtvaardigd; Hij, die mij beoordeelt is de Here.
De valse sieraden van religieus en stads materialisme oordelen vals en overmoedig, wat een teken is dat ze zelf onder het oordeel zijn. De valse sieraden roddelen vluchtig. Een groot esoterisch sieraad ligt hier in verborgen.
5Daarom, velt geen oordeel vóór de tijd, dat de Here komt, die ook hetgeen in de duisternis verborgen is, aan het licht zal brengen en de raadslagen der harten openbaar maken. En dan zal aan elk zijn lof geworden van God.
Elke kastijding is zo een diepere honger, een diepere verlatenheid. Zij die nog steeds een gesel voor zich zien hebben de honger mystiek nog niet begrepen. Er is iets veel diepers gaande. Dat is ook het mysterie van de geselloze maatschappij. De mens is verstoten.
6Dit, broeders, heb ik op mijzelf en Apollos overgebracht om uwentwil, opdat gij uit ons voorbeeld zoudt leren niet te gaan boven hetgeen geschreven staat, opdat niet iemand uwer zich vóór de een en tegen de ander opblaze. 7Want wie onderscheidt u? En wat hebt gij, dat gij niet ontvangen hebt? En indien gij het dan ontvangen hebt, wat beroemt gij u, alsof gij het niet ontvangen hadt? 8Reeds zijt gij verzadigd, reeds zijt gij rijk geworden, zonder ons hebt gij u koning gemaakt. Ja, was het maar zo, dat gij koning geworden waart; dan waren ook wij met u koning geworden.
In de diepte is er geen strijd of competitie, maar verlatenheid, verstotenheid en honger, waarin de mens educatie ontvangt, alhoewel dat ook heel gelimiteerd is. De mens moet hongeren. De mens moet de Ramadan-mystiek leren kennen, diep afdalen in de T-put, om zo tot de heilige onweerstaanbaarheid te komen. Op dit punt is de mens hard geslagen, een brute dood gestorven, zodat hij niet meer naar het strijdveld terugkan. Hier heeft de mens zijn dwaze zelfverzekerdheid verloren.
9Want het schijnt mij toe, dat God ons, apostelen, de laatste plaats heeft aangewezen als ten dode gedoemden, want wij zijn een schouwspel geworden voor de wereld, voor engelen en mensen. 10Wij zijn dwaas om Christus’ wil, maar gij zijt verstandig in Christus; wij zijn zwak, maar gij zijt sterk; gij zijt in aanzien, maar wij zijn niet in ere. 11Tot op dit ogenblik verduren wij honger, dorst, naaktheid, vuistslagen en een zwervend leven; 12wij verrichten zware handenarbeid; worden wij gescholden, wij zegenen; worden wij vervolgd, wij verdragen; 13worden wij gelasterd, wij blijven vriendelijk; wij zijn als het uitvaagsel der wereld geworden, als aller voetveeg, tot op dit ogenblik toe.
Dit loopt over in een punt waarop de mens gehoond wordt door zijn eigen schaduwen, zijn eigen verlatenheid, in groot delirium. De mens heeft de heilige waanzin ontvangen, als een ziekelijke verbrokenheid. De mens kan niet meer opkomen, de mens is hopeloos verloren. De mens durft hier niet meer terug te vechten, bang voor de consequenties. De mens heeft zichzelf overgegeven. De mens moet noodgedwongen vriendelijk zijn. De mens is slechts slachtvee, stom voor zijn slagers. Hier haalt Paulus ook aan dat hij gedoemd is. Hij is een eeuwig verdoemde, wat in dit opzicht niet ten negatieve wordt gebruikt, maar als een kastijding van de rechtvaardigen, waardoor de mens voor eeuwig aan zichzelf afsterfd. Deze verdoemenis is ten diepste een onderwerping aan de gnosis. De gnosis is hier als een soort Tantalos. Als de mens naar de gnosis probeert te grijpen, dan vlucht de gnosis van hem weg. Dit is ook de boodschap van de Vur. De hongermystiek kan alleen begrepen worden door de honger. De mens wordt naakt gemaakt en geslagen, maar kan niets terugdoen.
14Dit schrijf ik niet om u beschaamd te maken, maar om u als mijn geliefde kinderen terecht te wijzen. 15Want al hadt gij duizenden opvoeders in Christus, gij hebt niet vele vaders. Immers, ik heb u in Christus Jezus door het evangelie verwekt. 16Ik vermaan u dus: volgt mijn voorbeeld.
De mens wordt zoals Jezus Christus versierd met spot. Paulus bereidt hen daar op voor. Het gaat om de individuele honger. Dit gaat zijn hoogtepunt krijgen in de islam waar de mens geen vader meer heeft. De mens moet afsterven aan het hebben van een vader. Zo diep gaat de honger. In het evangelie moet de mens zijn vader en moeder verlaten om zijn vrouw, de gnosis, aan te hangen. Ook dit is beeldspraak. In diepte moet de mens de honger aanhangen als zijn vrouw, wat niet letterlijk is. De zogenaamde vrouw is gewoon een beeld van de verlatenheid. Dat is ook de betekenis van de zevenenzeventig vrouwen die de man in het paradijs krijgt. Het is de grote verstoting door de honger. De mens wordt bespot, zoals ook Jezus bespot werd aan het kruis. De mens moet zoals Job de dood begeren. Het leven heeft de mens misleidt.
17Juist hierom heb ik Timoteüs tot u gezonden, die mij een geliefd en trouw kind is in de Here. Hij zal u mijn wegen in Christus Jezus indachtig maken, zoals ik die overal in elke gemeente leer. 18Doch sommigen hebben zich opgeblazen, in de waan, dat ik niet tot u komen zou; 19maar spoedig zal ik tot u komen, zo de Here wil. Dan zal ik mij vergewissen, niet van het woord dier opgeblazenen, maar van hun kracht. 20Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht. 21Wat wilt gij? Moet ik met de roede tot u komen, of met liefde en in een geest van zachtmoedigheid?
Ook de gesel, de roede, is dus het beeld van honger. Alleen in de honger kan de mens waarlijk afsterven. Alleen de honger drijft de mens tot waanzin in de wildernis, om zo open te staan voor de oneindige kennis. Het door de stad geconditioneerde denken moet sterven, totaal uitgehongerd worden. De mens moet het blind grijpen naar rijkdom en het dwepende aanbidden ervan afleren. De mens overwint in die zin niet door het strijden, maar door het lijden. Wanneer de mens wordt opgetuigd met de attributen van het lijden sterft de mens.
5
1Inderdaad men spreekt van hoererij onder u, en zulk een hoererij, als zelfs onder de heidenen niet voorkomt, dat iemand leeft met de vrouw van zijn vader. 2En gij zijt opgeblazen in plaats van u veeleer te bedroeven, en dus de bedrijver van die daad uit uw midden te verwijderen?
De mens is dus onderworpen aan allerlei grenzen, wat de heilige restrictie is, de derde esoterische wet van Calvijn. De vijf wetten van Calvijn, de zogenaamde TULIP, zijn in de gereformeerde esoterie vijf dynamieken van het heilige touw. Het bevel van de Heilige Restrictie, de derde wet, de L wet (limited atonement), legt het alarm aan, en staat zo gelijk aan de demonologie. Dit bevel is : "Leert uw grenzen kennen." In het amazonisme is dit de vijfde wet. In de islam is dit de tweede zuil, de tweede wet, van de heilige rituelen (rituele gebeden). Het ritueel is een uiting van de heilige grenzen.
3Want mijnerzijds heb ik, hoewel lichamelijk niet, maar naar de geest wèl aanwezig, reeds, als aanwezig, vonnis geveld over hem, die op zulk een wijze zo iets heeft begaan.
Hier wordt de werking van het alarm besproken. Het alarm is niet alleen om de grens te verduidelijken, maar ook om pijn en oordeel te leveren zodat de mens zich daadwerkelijk terugtrekt. Wel is het zo dat de Heilige Restrictie de mens eerst test, door getuigen op te stellen die de mens in verzoeking proberen te brengen, hen af te leiden van de waarheid, opdat ze de grens zullen overtreden. Vandaar dat de vijfde wet van het esoterische calvinisme zo belangrijk is : de volharding van de heiligen, oftewel de heilige eeuwigheid, de P-wet (perseverence). In de esoterische islam is dit de eerste zuil, de sjahada, het eeuwige getuigenis. In het amazonisme is dat de derde wet die de mens in alle horizontale beweringen over rassenverschillen en cultuurverschillen doet afsterven, om zo eerst een vertikale verbinding met de eeuwige bron te maken, om vandaaruit te komen tot de bruggen met hen die ook die verbinding met de eeuwige bron vertikaal hebben gemaakt. Dit zijn dus de bruggen tussen de "vertikalen." Zij die puur horizontaal leven en verschillen maken op basis van uiterlijkheden zitten nog steeds vast in een bepaalde vorm van materialisme.
4Wanneer wij vergaderd zijn, gij en mijn geest met de kracht van onze Here Jezus, 5leveren wij in de naam van de Here Jezus die man aan de satan over tot verderf van zijn vlees, opdat zijn geest behouden worde in de dag des Heren. 6Uw roem deugt niet. Weet gij niet, dat een weinig zuurdeeg het gehele deeg zuur maakt?
Het vlees moet dus afsterven door de wetten van het esoterische calvinisme. De mens moest eerst wel vluchten van dit piratenschip, uit deze piratenstad, om zo te komen tot een EHBO programma. Maar nu moet de mens de geroofde gnosis weer terugroven. De mens moet terugkeren tot de stad om te komen tot de heilige wetten, om zo daadwerkelijk tot de wildernis te komen. De mens kan niet komen tot de wildernis als hij de stad niet plundert, als hij het raadsel van de stad niet begrijpt. De mens met smetvrees zal halverwege sterven en verstenen tot in alle eeuwigheid. De honger is er voor in het amazonisme, als de tweede wet, om los te komen van het letterlijke en te komen tot het symbolische en cryptische, oftewel het esoterische. Dit is de Ramadan zuil in de islam, de vierde wet. In het calvinisme is dit de eerste wet.
7Doet het oude zuurdeeg weg, opdat gij een vers deeg moogt zijn; gij zijt immers ongezuurd. Want ook ons paaslam is geslacht: Christus. 8Laten wij derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid.
Het amazonisme heeft de stellingen van het esoterische calvinisme, waartoe het fundament al werd gelegd in de islam. De eerste wet van het amazonisme is de esoterische uitverkiezing van de gnosis, die gebaseerd is op het Germaanse fundament van de Walkuren die dus niemand meenamen die niet door een brute dood aan zichzelf waren gestorven in de strijd. De eerste wet is de amazone verkiezing, de grote walkure ontvoering van de zielen die aan zichzelf zijn afgestorven, om hen te leiden tot het touw. Dit is een heilige verkiezing. Dit is het moment waarop de mens terugkeert tot de baarmoeder, de heilige wedergeboorte. De mens wordt zo krijgsgevangene om te dienen in de heilige oorlog, de Ragnarok, wat de honger mystiek is. Dit gaat niet om een letterlijke oorlog, maar om educatie, als een school. Hiertoe is de school van de gereformeerde esoterie opgericht. De mens zelf is hiertoe het paaslam, opdat de mens sterft aan zijn spijbelende zelf. De mens zelf moet geofferd worden, zoals de Bilha, het vierde grote boek van de Amazone Bijbel, van de Tweede Bijbel, zegt : "Wat zoekt gij, mens, naar een offer ? Bent gij niet zelf het offer ?" (Bakroe 56 : 7)
9Ik schreef u reeds in mijn brief, dat gij niet moest omgaan met hoereerders; 10niet met de hoereerders uit deze wereld in het algemeen of met de geldgierigen en oplichters of afgodendienaars, want dan zou men wel uit de wereld moeten gaan. 11Nu evenwel schrijf ik u, dat gij niet moet omgaan met iemand, die, al heet hij een broeder, een hoereerder, geldgierige, afgodendienaar, lasteraar, dronkaard, of oplichter is; met zo iemand moet gij zelfs niet samen eten.
Hier zien we de heilige restrictie, als één van de wetten van het heilige touw, niet in letterlijke zin, maar in de esoterische zin. De mens moet geen gemeenschap hebben met demonen, hen die de heilige grenzen aan hun laars hebben gelapt. In dit opzicht zal de derde wet van het esoterische calvinisme terugkeren. De mens moet een relatie aangaan met deze wet. De Heilige Restrictie is een groot opvoeder. Zij werkt samen met de vierde wet van de Heilige Onweerstaanbaarheid. Dit gebeurt dus binnen de wet van de heilige Restrictie dat de mens gegrepen wordt door de heilige onweerstaanbaarheid. Als de restrictie volkomen is, dan kan dit niet gestopt worden. Zalig en gelukkig is die mens die dit geheimenis vindt en kent. Dit is de moederlijke veiligheid waarin een mens weer volkomen kind kan worden.
12Staat het soms aan mij, hen te oordelen, die buiten zijn? Oordeelt ook gij niet alleen hen, die in uw kring zijn? 13Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg.
De heilige restrictie is allereerst iets innerlijks. De mens moet terugkeren tot zijn eigen kern. De mens moet terugkeren waar hij over de grenzen was gegaan. De mens moet hierover tot boetvaardigheid komen. De mens moet teruggeven wat hij heeft geroofd. Dit is ook de derde pilaar van de islam : de Zakat, het teruggeven aan de armen, om boete te doen, om alles eerlijk te verdelen, als de armen-belasting. Iedereen moet die betalen om gereinigd te worden. Het is het terugkeren tot de bron, als de heilige uitverkiezing. Dit houdt ook in : afrekenen met valse grenzen.
6
1Durft iemand uwer, wanneer hij iets heeft met een ander, recht zoeken bij de onrechtvaardigen en niet bij de heiligen? 2Of weet gij niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien bij u het oordeel over de wereld berust, zijt gij dan onbevoegd voor de meest onbetekenende rechtspraak?
De mens komt zo de piratenstad binnen om terug te roven wat de vijand heeft gestolen. De mens moet terugkeren tot het geheime instinct van God. Dit is in de handen van piraten. De mens is een gevangene van piraten. De mens kan dus niet buiten de stad om. De mens moet er dwars doorheen, en het raadsel van de wildernis in de stad zoeken, als een spion. Hierin ligt gelijk een grote test. Velen zullen door de stad worden opgezogen, en vergeten hun uiteindelijke doel. Zij zijn spijbelaars en grafrovers, en zullen tot de piraten worden gerekend. Dit wordt de grote afval genoemd.
3Weet gij niet, dat wij over engelen oordelen zullen? Hoeveel te meer dan over alledaagse dingen? 4Indien gij alledaagse geschillen te berechten hebt, laat gij dan hen zitting nemen, die in de gemeente niet in tel zijn?
Paulus maakt zich zorgen over het valse oordeel. In de stad zijn er genoeg piraten op te kopen die vals oordeel vellen, zij die van het recht een markt hebben gemaakt. Wat is de esoterie hiervan, zonder in oeverloze, oneindige polarisaties te komen ? De mens moet ook de diepte in durven gaan, tot achter de opgestelde polariteiten en tegenstellingen. De mens moet soms het contrast breken. Het leidt weer helemaal terug tot het woordje 'charis', wat ook loon betekent. De mens moet werken voor het recht. De mens moet het recht verdienen. Alleen de mens die aan zichzelf sterft kan het recht verdienen, maar juist door onrecht sterft de mens aan zichzelf, en dit is dus een belangrijke dynamiek, en onderdeel van de hongermystiek. De hongerende wordt tot dit doel veelvoudig geslagen, ook door leugens en vals oordeel. Zij die hiermee niet verwond zijn worden niet door de Walkuren opgenomen. De engelen laten hen met rust.
5Ik zeg het om u te beschamen. Is er dan bij u geen enkel wijs man, die uitspraak zal kunnen doen tussen broeders? 6Zoekt nu de ene broeder recht tegen de andere, en dat bij de ongelovigen? 7Maar dan is de zaak voor u reeds geheel verloren, dat gij tegen elkander rechtszaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever onrecht? Waarom laat gij u niet liever te kort doen? 8Maar zelf doet gij onrecht en doet gij te kort, en dat aan broeders. 9Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen?
De mens moet het lijden en de honger aanvaarden om zo tot het raadsel ervan te komen. Als de mens het voortijdig afwijst mist de mens de ontraveling van het geheim. Juist het niet aanvaarden van het onrecht is daarom het doen van onrecht. De mens speelt graag voor politie, en lijdt liever niet. De mens wil niet kennen en hongeren. De mens wil zich volvreten en dik worden om over anderen te heersen. De mens wil gezien worden, geheel buiten de Heilige Restrictie om. Maar de mens moet sterven in de heilige restrictie om zo aangesloten te worden op de heilige onweerstaanbaarheid. Dit is een staaltje goddelijke technologie die noodzakelijk is om de mens in de kom te houden wanneer de stormen gaan komen. De mens moet in die zin komen tot de kerk van de stad, omdat daar deze geheimen verborgen liggen. Vervloekt is de mens die hier letterlijk mee omgaat, en gezegend en gezaligd is die mens die dit esoterische mysterie kan verstaan. Hierin ligt een groot verschil, maar laten wij verdraagzaam zijn tot hen die nog niet tot deze mysteriën zijn ontwaakt, en nog steeds gevangen liggen. Ook zij moeten een kans krijgen om te kiezen wanneer deze grote waarheden, als de grote wereldschepen waar het eeuwig Evangelie over spreekt, worden gepredikt. Het zal de laatste kans zijn voor de mensheid.
|
|
AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Mar 25, 2017 11:16:59 GMT 2
10Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven. 11En sommigen uwer zijn dat geweest. Maar gij hebt u laten afwassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus en door de Geest van onze God.
Wij dringen dieper door in de piratenstad Korinthe, de spookstad, wat het magnum opus van Paulus is, waar hij het meeste werk aan heeft besteed en waarin de kern van zijn leer wordt besproken. Wij moeten zicht gaan krijgen op de piraat Paulus en de piraat Jezus Christus, wat ze hebben gestolen, waar ze voor staan. Op de kades van de spookstad, Korinthe, staan piraatse mannen met hun borsten te pronken dat het een lieve lust is. Wat is er precies gaande ? Wie zijn zij, wat doen ze en waar staan ze voor ? Hoe krijgen we dit ongedaan ? Zaak is om het niet meer letterlijk te nemen, want in het letterlijke komen we hier nooit doorheen. Er valt ook niet tegen te strijden, en er is geen kruid tegen opgewassen. Het gaat erom tot de diepere esoterie te komen, tot het raadsel. Hiervoor moeten we diep in de stad zijn, in de spookkerk van het calvinisme, waar de vijf geheimen van Calvijn pronken. Deze geheimen zijn gestolen wel te verstaan. En dan zijn er geweldige visioenen van de wildernis, als een dronken drankorgel waar de piraten maar wat graag omheen willen dansen, maar ze worden in het gareel gehouden. Deze wetten worden aanbeden, en zijn de fundamenten van de stad. Hiermee komt niemand zomaar weg. Paulus laat hier weer de restricties zien, en toont wat het oordeel zal zijn voor hen die over deze grenzen gaan. Dat er grenzen zijn is duidelijk, maar wat zijn deze grenzen ? Er zijn ook valse grenzen, en daarom is de Heilige Restrictie zo belangrijk. De pauwen staan te pronken op de kades, met hun vette borsten. Zij lopen opgeblazen langs de grenzen. Zij zijn grenswachters die de corrupte restrictie uitbeelden. De mens kan hier alleen van loskomen door de heilige grenzen te kennen.
12Alles is mij geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is mij geoorloofd, maar ik zal mij door niets laten knechten. 13Het voedsel is voor de maag en de maag voor het voedsel, en God zal zowel het een als het ander teniet doen. Maar het lichaam is niet voor de hoererij, doch voor de Here, en de Here voor het lichaam.
De vraatzuchtige piraten nemen blindelings aan het fortuin wat de stad hen biedt, en zij honen en bespotten hen die in de honger leven, en ze trachtten hen te verleiden om deze honger met stadse middelen te verzadigen. Het zijn roofzuchtige leeuwen. "Alles is genade," zeggen zij.
14God heeft niet alleen de Here opgewekt, maar zal ook ons opwekken door zijn kracht. 15Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan leden van Christus wegnemen om er leden ener hoer van te maken? Volstrekt niet!
We zijn hier op een gevaarlijk punt aangekomen in de demonologie, in de invasie in Korinthe. We zijn tot diep in de stadskerk doorgedrongen waar de kernachtige piraten schatten zijn uitgestald. Dit is de plaats waar mensen vaak overmoedig grijpen. Hier zijn de kern-energieën van de piratenstad, de vijf pilaren waarop deze stad rust. Het is als een electriciteits-ingang. Hier ligt het gevaar van hoogspanning, en zij die zomaar bazelen over deze verzen zonder daartoe geroepen te zijn door de gnosis worden daar in meegesleurd ten verderve. Deze verzen kunnen alleen demonologisch besproken worden. Paulus heeft hier een hele kermis van geluiden opgericht, waar Calvijn weer op inspeelde om het uiteindelijke fundament te vervolmaken. Nog steeds is het thema hoererij, en er worden hier religieuze, sexuele spelletjes gespeeld. Piraten schuwen er niet voor de esoterische waarheden te verkrachten. Het probleem voor hen is dat zij maar tijdelijke schaduwen zijn die zullen worden overweldigd door de eeuwige geheimen. Deze hebben zij nooit gezien, en zij hebben er nooit deel aan gehad. De eeuwigheid betekent de oneindige diepte, als een locatie. Hier schuilt een diep geheim in. De eeuwigheid zal nooit komen voor hen die erop wachten, want de eeuwigheid is slechts een principe. Als iets gekanaliseerd wordt, door de aanleg van kanalen, door de restricties, dan is dat de manier om stroom op te wekken, de heilige onweerstaanbaarheid, wat een wet is van de electriciteit. De Heilige Restrictie en de Heilige Onweerstaanbaarheid werken dus met elkaar samen, en zij wekken de eeuwigheid op. De eeuwigheid is de som van die twee kwaliteiten. Hoe noemen wij de eeuwigheid dan ? Hierbij moeten we verstaan dat de eeuwigheid komt tegen het piratenschip, tegen de piraatse stad, om alles weer terug te roven zoals het oorspronkelijk was en bedoeld was. We hebben hier te maken met een heilige brug, zoals de wet van de eeuwigheid ook in het amazonisme wordt besproken. Het is de derde wet van de brug. Die brug ontstaat in het vertikalisme, wanneer de mens eerst vertikaal tot de bron komt, en zich niet meer baseert op uiterlijkheden en cultuur-verschillen of taal-verschillen. De brug is dus de heilige vertaling, en die mag zeker niet roekeloos zijn. Vandaar dat deze alleen maar voort mag komen vanuit de heilige restrictie en de heilige onweerstaanbaarheid, zodat er scherp gericht kan worden, zonder dat daarin fouten worden gemaakt. Tijd is een illusie. Tijd bestaat niet, en zo ook de eeuwigheid niet. Het zijn metaforen. Het gaat om de heilige brug, de heilige vertaling, die in restrictie stroomt door de kanalen met hierdoor een onweerstaanbare, overweldigende stroom. Niemand kan dit stoppen wanneer het komt. Alleen zo kunnen de lichaamsdelen verbonden worden aan elkaar, en kan niemand het meer roven. Het piratenschip zal nu vergaan.
16Of weet gij niet, dat wie zich aan een hoer hecht, één lichaam met haar is? Want, zegt Hij, die twee zullen tot één vlees zijn. 17Maar die zich aan de Here hecht, is één geest met Hem. 18Vliedt de hoererij. Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam. 19Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? 20Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.
De heiligheid is dan in principe gewoon soevereiniteit, ongrijpbaar voor de mens. In de diepte gaat het dus om de soevereine restrictie, de soevereine onweerstaanbaarheid en zo de soevereine brug of vertaling. De mens kan dit niet zomaar pakken, en voor de mens is het zaak om eerst door het schaduwgebied heen te gaan om deze principes te begrijpen. Hierom is de spookstad gebouwd. Het is om de mens te testen, en om de mens te leren puzzelen. De mens moet het verdienen in persoonlijke verantwoordelijkheid. De wet van de eeuwigheid, de derde wet in het amazonisme, is zo de verbindende factor tussen de wet van onweerstaanbaarheid en de wet van restrictie. Het is de brug, de heilige verzoening :
WET III - De Heilige Verzoening WET IV - De Heilige Onweerstaanbaarheid WET V - De Heilige Restrictie
De Verzoening maakt het intiem en persoonlijk, maar kan dus niet functioneren zonder de andere wetten. Deze Heilige Verzoening is dus zeer zwaar beveiligd, en zal misbruikers en overtreders dan ook zeer zwaar straffen. Er is dus een ongelooflijk groot hoogspannings gevaar inbesloten in deze principes. Voorzichtigheid loont, en daarom is het woordje "heilig" ook niet overbodig. Het zijn heilige kerndynamieken van het Touw. Aan het einde van de openbaring van het wetboek van het touw zal er niets meer van de piraat over zijn.
7
1Wat nu de punten betreft, waarover gij mij geschreven hebt, het is goed voor een mens niet aan een vrouw verbonden te zijn, 2maar met het oog op de gevallen van hoererij moet ieder zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man.
De relatie tussen een man en een vrouw is een metafoor van de Heilige Verzoening, de derde electriciteits-wet. Hier mogen geen compromissen in gesloten worden. De mens mag niet van twee walletjes eten. Het gaat om het Ene, maar die zich wel in meerderen kan manifesteren. Weer wordt alles dus consequent vertikaal beschouwd, en niet horizontaal. Het is dus ambigueus, oftewel voor meerdere interpretaties open.
3De man kome jegens de vrouw zijn echtelijke verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man. 4De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw.
Hier zien we de verbinding met de heilige onweerstaanbaarheid, en ook met de heilige restrictie, waarbuiten de heilige verzoening niet kan. Het is dus een belangrijke, zware driehoeksverhouding. Zou er één wegvallen, dan zou de electriciteit abrupt staken. De kwaliteiten van een relatie tussen man en vrouw staan hier dus als metaforen van.
5Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden en voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens uw gemis aan zelfbeheersing.
Paulus hamert dus op het belang van de verbinding van deze drie wetten, juist om de heilige verzoening staande te doen houden. In de diepte komt de heilige verzoening zo neer op de heilige onontkoombaarheid :
WET III - De Heilige Onontkoombaarheid WET IV - De Heilige Onweerstaanbaarheid WET V - De Heilige Restrictie
De tweede wet van het amazonisme is dus de heilige honger, en de eerste is de uitverkiezing door de walkuren, de heilige waanzin voor hen die door een brute dood aan zichzelf zijn gestorven, en nu de wijn in het walhalla drinken :
WET I - De Heilige Waanzin WET II - De Heilige Honger
Door de heilige honger komt de mens tot die waanzin, wat de overwinning over Elias, de geest van Toronto is. Vandaar dat de eerste pilaar ook fundamenteel is in de overwinning over Saveer.
6Dit zeg ik om u tegemoet te komen, niet om u te bevelen. 7Ik zou wel willen, dat alle mensen waren, zoals ikzelf. Doch iedereen heeft van God zijn bijzondere gave, de een deze, de ander die. 8Maar tot de ongehuwden en de weduwen zeg ik: Het is goed voor hen, indien zij blijven, zoals ik. 9Indien zij zich echter niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen. Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden.
Paulus laat hier de metaforen van het sociale leven zien van alle vijf wetten. Dit zijn de oorspronkelijke pilaren van het amazonisme. Wanneer de mens tot deze pilaren in het diepste van de stad, namelijk in de piratenkerk, gekomen is, dan kan de mens door de pilaren te leren kennen weer terugkeren tot de wildernis. Het is het grote geheim van de calvinistische spookkerk, die gebouwd is op een islamitisch fundament.
10Doch hun, die getrouwd zijn, beveel ik niet, maar de Here, dat een vrouw haar man niet mag verlaten – 11is dit tóch gebeurd, dan moet zij ongehuwd blijven of zich met haar man verzoenen – en een man moet zijn vrouw niet verstoten.
Dit is een metafoor van het eeuwigheids-principe, de heilige onontkoombaarheid. Het is een dynamiek van het touw. De relatie tussen man en vrouw is in de bijbel vaak een beeld van de relatie tussen mens en God. In het OT wordt het ware Jezus-principe beschreven als het opheffen van de koperen slang voor redding, behoudenis, wat in het boek van Jozua verandert in een heilig rood touw van redding. Alleen in die zin is Jezus dus God als het touw. Dit is een enigmatisch metafoor die letterlijk gezien onzin is. Jezus is namelijk helemaal geen God, maar een piraat die dit principe stal. Zicht krijgen op de piraat Jezus en wat hij stal is de opdracht.
We zijn aangekomen in het diepst van de tropische stad Korinthe. Een duidelijk zicht op de wildernis is hier. De stad is vermengd met prachtige tuinen, zelfs grote wildernis, en dit geheimenis rust op de grote enigmatische pilaren van de esoterische Calvijn. Weldra zal dit geheim velen verblinden, want vele hebben de prijs niet betaald, en zijn nog niet klaar voor dit grote mysterie. Daarom is dit een zoet moment. Voor de één zal dit een poort zijn, en voor de ander een gesloten deur.
De weg van Bacchus leidt helemaal terug naar het oude Egypte, en de mythologiën stemmen overeen met de mythologiën van Mozes. De Joodse mythe-makers hadden de exodus overgenomen van oudere religies, en gaven er hun eigen draai aan. Daar stonden de Joden om bekend. Ze waren sprookjes-makers. Bacchus werd in Egypte ook Mises genoemd. Oorspronkelijk was Bacchus de Wetgever, die zijn wetten had gegraveerd op twee marmeren tabletten, zoals Mozes. Oorspronkelijk was deze cultus dus een cultus van restrictie, en geen oeverloze losbandigheid. Als de jongen tot de grenzen nadert, dan wordt hij geslagen, als een beeld van de grens. In die zin is de pilaar van de uitverkiezing, van de heilige waanzin, van groot belang, als de pen die de wet heeft opgeschreven, in verbinding met de andere pilaren, anders had dit nooit kunnen gebeuren :
De vijf basis-wetten van het touw :
WET I - De Heilige Waanzin WET II - De Heilige Honger WET III - De Heilige Onontkoombaarheid WET IV - De Heilige Onweerstaanbaarheid WET V - De Heilige Restrictie
Dit demonologische programma blokkeert de Toronto-geest, en doet het afsterven. Zo wordt er een poort geopend tot het grottenstelsel onder Korinthe, en zal de stad steeds meer vermengd worden met de wildernis, totdat de wildernis slaat en geheel overneemt. Dit pad wordt ook besproken in de Vur en de Bilha, het derde en vierde grote boek binnen de algehele Amazone Bijbel, oftewel binnen de Tweede Bijbel. Zalig is de mens die op deze vijf pilaren mediteert. Het zijn de vijf scholen van het esoterische calvinisme.
12Maar tot de overigen zeg ik, niet de Here: heeft een broeder een ongelovige vrouw, die erin bewilligt met hem samen te wonen, dan moet hij haar niet verstoten. 13En een vrouw moet, als zij een ongelovige man heeft, en deze erin bewilligt met haar samen te wonen, die man niet verstoten. 14Want de ongelovige man is geheiligd in zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd in de broeder. Anders zouden immers uw kinderen onrein zijn, doch nu zijn zij heilig. 15Maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden; tot vrede heeft God u geroepen. 16Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden? Of hoe kunt gij weten, man, dat gij uw vrouw zult redden?
Hier zien we het graan opgroeien met het onkruid. Blijkbaar is dit dus nodig. Het is het teken van infiltratie. De mens mag de piratenschat niet overboord gooien. De mens moet met de piratenschat naar de smid gaan. De smid zal komen tot exotische verbindingen. Weer moet de mens geen smetvrees hebben. De mens moet komen tot de heerlijke cryptiek van alle dingen, om zo het ware geluk te vinden. Alleen zo kan het valse geluk afsterven.
17Alleen, laat ieder zo leven, als de Here hem toebedeeld heeft, zo, als God hem geroepen heeft. Zo schrijf ik het in alle gemeenten voor. 18Is iemand als besnedene geroepen, hij late het niet verhelpen; is iemand als onbesnedene geroepen, hij late zich niet besnijden. 19Want besneden zijn betekent niets, en onbesneden zijn betekent niets, maar wèl het houden van Gods geboden. 20Ieder blijve bij die roeping, waarin hij was, toen hij geroepen werd. 21Zijt gij als slaaf geroepen, bekommer u daarover niet, maar als gij ook vrij kunt worden, maak er dan te meer gebruik van. 22Want de slaaf, die in de Here geroepen werd, is een vrijgelatene des Heren; evenzo is hij, die als vrije geroepen werd, een slaaf van Christus. Gij zijt gekocht en betaald. 23Weest geen slaven van mensen. 24Broeders, iedereen blijve voor God in die toestand, waarin hij werd geroepen.
Dit is het heerlijke deel van Korinthe : Alles blijft zoals het is, en toch zal alles veranderen, juist door de Calvijn code. Het verleden blijft, de herinnering blijft, maar het zal veranderen. Het gaat niet om uiterlijke situaties, maar om de vijf wetten van het touw, de vijf pilaren van de wildernis. De mens kan zo tot zijn ruïnes komen in de grote wildernis. De heilige waanzin toont de wetten, en stelt nieuwe grenzen waarin alles veranderd wordt.
25Voor de jongedochters heb ik geen bevel van de Here. Maar ik geef mijn mening, als iemand, die door de ontferming des Heren trouw is. 26Ik acht dus om de bestaande nood dit goed, dat het voor een mens goed is, zo te zijn. 27Zijt gij aan een vrouw verbonden? Zoek geen scheiding. Hebt gij geen vrouw meer? Zoek er geen. 28Maar ook wanneer gij trouwt, dan doet gij daarmede geen kwaad, en wanneer een jongedochter trouwt, dan doet ook zij daarmede geen kwaad. Maar wèl staat zulke mensen verdrukking voor het vlees te wachten, die ik u gaarne besparen zou.
Alles kan dus binnen de vijf wetten, juist omdat het metaforen van die wetten zijn.
29Dit bedoel ik, broeders: de tijd is kort. Ten slotte, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw; 30die wenen, als weenden zij niet; die blijde zijn, als waren zij niet blijde; die kopen, als zouden zij er niets van behouden; 31die van de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen.
Paulus laat hier de betrekkelijkheid van alle dingen zien. Alles is om het even. Hij toont de tijdelijkheid, de seizoenen, de dualiteiten. Het materiële is van weinig waarde in de esoterie.
32En ik wilde wel, dat gij zonder zorgen waart. Wie niet getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan de zaak des Heren, hoe hij de Here zal behagen. 33Maar hij, die getrouwd is, wijdt zijn zorgen aan aardse zaken, hoe hij zijn vrouw zal behagen, en hij is verdeeld. 34Zowel zij, die geen man meer heeft, als de jongedochter, wijdt haar zorgen aan de zaak des Heren, om heilig te zijn naar lichaam en geest. Maar zij, die getrouwd is, wijdt haar zorgen aan aardse zaken, om haar man te behagen.
Ook dit is metaforisch. Er is altijd een relatie tussen man en vrouw, omdat het de personificaties van principes zijn. De verlatene heeft een relatie met de verlatenheid, en de hongerende heeft een relatie met de honger. Zij die tegen een grote grens zijn aangelopen in hun leven hebben een relatie met de restrictie. Eigenlijk wordt hier gezegd dat zonder de honger pilaar het hele fundament zou instorten. Juist de honger mystiek heeft tot deze palen geleid. Hieraan moet de mens en het zelf afsterven.
35Dit zeg ik in uw eigen belang, niet om u een strik om te werpen, maar lettende op de betamelijkheid en de onverdeelde toewijding aan de Here. 36Vindt nu iemand, dat hij jegens zijn jongedochter niet betamelijk handelt, indien zij reeds wat ouder wordt, en het zo behoort te geschieden, hij doe, wat hij wil; het is geen zonde, laten zij trouwen. 37Doch hij, die, in zijn gemoed vast overtuigd, niet genoodzaakt wordt en macht heeft over zijn wil en hiertoe bij zichzelf besloten heeft, zijn jongedochter ongerept te laten blijven, zal wèl doen. 38Wie dus zijn jongedochter uithuwelijkt, doet wèl, en wie haar niet uithuwelijkt, doet beter.
Paulus roofde de indiaanse wildernis schatten, en plunderde in Egypte en in het Judaïsme, en verletterlijkte een heleboel. Hij stelde de NT wet op, die later zou worden geroofd door de piraat Calvijn. We zien hier het mechanisme van de wetten. Ze kunnen allerlei situaties scheppen. We zijn tot de schakelaars gekomen. We zien hier de relatie tussen man en kind, als de vrucht van de man, zijn acties. Weer wordt er hier een dualiteit en een hiërarchie getoond. Hierdoor zijn verschillende combinaties mogelijk, en wordt de vrucht van de man onderworpen aan het mechanisme van de pilaren. De pilaren schakelen, als een bewegend beeld, als een visioen. Het is als een wisselspoor. Het grottenstelsel wordt zo telkens strategisch veranderd op basis van het wisselspoor, opdat de schuilplaats geheim zal blijven, in de zin dat de vrucht van de man veilig wordt gesteld. De man wordt gebonden door het heilige touw. Dit is metaforisch zijn nageslacht. Het woordje hiërarchie duidt op de heilige volgorde, zodat er niets verkeerd kan gaan.
39Een vrouw is gebonden, zolang haar man leeft; maar indien haar man is ontslapen, is zij vrij om te trouwen, met wie zij wil, mits in de Here. 40Toch is zij naar mijn mening gelukkiger, indien zij blijft, zoals zij is; en ik meen ook de Geest Gods te hebben.
Ook dit is diep metaforisch. De mens moet aan zichzelf sterven, zodat de vrouw, als een beeld van de wetten, kan overschakelen. De pilaren moeten blijven schakelen, als een groot beveiligings-systeem, hypergevoelig, waar ook de slang een beeld van is. Dan wordt er de nadruk op gelegd dat het beter is dat ze blijft zoals ze is. Natuurlijk is dit zo, metaforisch gezien, want het verleden is het zaad van de toekomst. Alles is al gebeurd, en alles gebeurd binnen de mens zelf.
|
|
AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Mar 26, 2017 11:18:57 GMT 2
8
1Wat het offervlees aangaat, wij weten, dat wij allen kennis bezitten. De kennis maakt opgeblazen, maar de liefde sticht. 2Indien iemand zich inbeeldt enige kennis verworven te hebben, dan heeft hij nog niet leren kennen, zoals het behoort; 3maar heeft iemand God lief, dan is deze door Hem gekend. 4Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén. 5Want al zijn er zogenaamde goden, hetzij in de hemel, hetzij op de aarde – en werkelijk zijn er goden in menigte en heren in menigte – 6voor ons nochtans is er maar één God, de Vader, uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus, door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.
In Exodus 4 krijgt Mozes het bevel van God om de slang bij de staart te grijpen, zodat het weer een stok zou worden. Saveer is tegen zichzelf verdeeld. De staart van Saveer is het katholicisme. Zij is een meervoudig personaliteiten-syndroom. Zij is de machine van democratie, van afgehakte koppen. Ook wij moeten Saveer bij de staart pakken en het esoterische pad van het katholicisme begaan, opdat de slang weer tot een stok wordt, een gesel, die wij kunnen gebruiken in de strijd. Saveer is de schakelaar tussen God de Vader en God de Zoon, die beiden door christenen aanbeden worden en als goddelijk en één worden gezien. In de esoterie kan dit gedecodeerd worden als de schakelaar tussen volwassene en kind binnen de mens zelf. Dit is dezelfde persoon die zowel door de rituelen van de volwassene heengaat als door de rituelen van het kind. De volwassene is dus niet de vader van het kind, maar het is het innerlijke kind van de volwassene, oftewel de volwassene zelf. Deze schakelaar is de verslinding door de baarmoeder, als een beest van verdrinking. Het is een voortgaande wedergeboorte, waar de doop een piraats beeld van is, een corrupte afschaduwing. In de Amazone Mythologie was er de rivier van het verdrink-offer waar de Hiti-amazones leefden. De verdrinking is een symbool van de wedergeboorte en ook de decodering.
7Maar niet bij allen is die kennis. Want sommigen, in hun geweten nog niet los van de afgod, eten dit vlees als afgodenoffer en hun geweten, dat zwak is, wordt erdoor besmet. 8Nu zal wat wij eten, ons niet bij God brengen; eten wij niet, wij zijn er niet minder om; eten wij wèl, wij zijn er niet meer om. 9Maar ziet toe, dat deze bevoegdheid van u niet tot aanstoot voor de zwakken worde. 10Want indien iemand u, die kennis hebt, aan tafel ziet aanliggen in een afgodentempel, zal hij met zijn zwak geweten dan niet gestijfd worden tot het eten van offervlees? 11Dan gaat er immers iemand, die zwak is, ten gevolge van uw kennis verloren, een broeder, om wiens wil Christus gestorven is. 12Door zó tegen de broeders te zondigen, en hun geweten, indien het zwak is, te kwetsen, zondigt gij tegen Christus. 13Daarom, indien wat ik eet, mijn broeder aanstoot geeft, wil ik in eeuwigheid geen vlees meer eten, om mijn broeder geen aanstoot te geven.
Deze verzen gaan over het komende katholicisme. De wereld destijds leefde onder Romeinse onderdrukking, en Paulus hield zich vast aan het Israëlitische verzets-symbool. Nu moest er nog een samensmelting komen van die twee, opdat de mens tot een soort hemelvaarts-ervaring zou kunnen komen door een diepere paas-ervaring. De katholieke gallerij-schilderijen werden opgesteld tot dit doel. Paulus zegt in het volgende hoofdstuk hierover : "Voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden."
9
1Ben ik niet vrij? Ben ik geen apostel? Heb ik niet Jezus, onze Here, gezien? Zijt gij niet mijn werk in de Here? 2Indien ik voor anderen geen apostel ben, voor u toch zeker wèl; want het zegel op mijn apostelschap zijt gij in de Here. 3Dit is mijn verdediging tegen hen, die zich een oordeel over mij aanmatigen. 4Hebben wij geen bevoegdheid om te eten en te drinken? 5Hebben wij geen bevoegdheid om een zuster als vrouw mede te nemen gelijk ook de andere apostelen en de broeders des Heren en Kefas? 6Of hebben alleen ik en Barnabas geen bevoegdheid om vrij te blijven van handenarbeid? 7Wie doet ooit dienst in het leger en betaalt zijn eigen soldij? Wie plant een wijngaard zonder van de vrucht daarvan te eten? Of wie weidt een kudde en geniet niet van de melk der kudde? 8Spreek ik hier soms van menselijk standpunt, of spreekt ook de wet niet van deze dingen? 9Want in de wet van Mozes staat geschreven: Gij zult een dorsende os niet muilbanden. Bemoeit God Zich soms met de ossen? 10Of zegt Hij dit in elk geval om onzentwil? Ja, om onzentwil werd het geschreven, omdat de ploeger moet ploegen in hope, en wie dorst (moet dorsen) in de hoop zijn deel te ontvangen. 11Indien wij het zijn, die voor u het geestelijke gezaaid hebben, is het dan te veel, dat wij van u het stoffelijke zouden oogsten? 12Indien anderen deel hebben aan de bevoegdheid over u, wij niet veel meer? Doch wij hebben van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt, maar wij verdragen alles om geen hindernis voor het evangelie van Christus op te werpen.
Ook deze verzen gaan over het komende katholicisme. Het gaat om het loons-principe. Dit is ook het beeld van de vrouw : voor een vrouw moet gewerkt worden, gestreden. De tweeënzeventig vrouwen in het islamitische paradijs zijn voor de martelaren, de strijders die een brute dood zijn gestorven, de harde werkers, als een groot loon, maar wat is dat loon ? Waar staan deze vrouwen voor ? Laten we heel duidelijk hierin zijn : Deze vrouwen staan voor honger en verlatenheid, voor tucht en educatie. Het zijn metaforen. Het is het kruis. Dit is wat het katholicisme heeft gebracht. Wie denkt dat de hemel letterlijk een romantisch hoerenparadijs zal zijn als een sexueel luilekkerland zal bedrogen uitkomen.
13Weet gij niet, dat zij, die in het heiligdom de dienst verrichten, van het heiligdom eten, en zij, die het altaar bedienen, hun deel ontvangen van het altaar? 14Zo heeft de Here ook voor de verkondigers van het evangelie de regel gesteld, dat zij van het evangelie leven. 15Ik voor mij heb hiervan echter niet het minste gebruik gemaakt. Dit schrijf ik echter niet, opdat het zo op mij toegepast zou worden, want het ware mij beter te sterven dan – neen, mijn roem zal niemand verijdelen. 16Want indien ik het evangelie verkondig, heb ik geen stof tot roemen. Immers, ik ben ertoe genoodzaakt. Want wee mij, indien ik het evangelie niet verkondig! 17Want doe ik dit gewillig, dan heb ik aanspraak op loon; maar doe ik het niet uit eigen beweging, de taak blijft mij toch opgedragen. 18Wat is dan mijn loon? Dit: door mijn evangelieprediking het evangelie om niet te mogen brengen, en zo van mijn bevoegdheid als evangelieprediker geen gebruik te maken.
Paulus maakte van het evangelie geen markt. Hij bracht het evangelie om niet, net zoals Jezus. De hedendaagse evangelische markt heeft dus niets meer met Paulus en Jezus te maken, maar is het gevolg van de opkomende katholieke markt. Dit is een esoterisch pad, en geen letterlijk pad. De mens moet de staart van de slang durven te pakken, zodat het tot een wapen in zijn hand wordt. Als de mens de staart van de slang niet zal pakken, dan zal de slang hem blijven teisteren, en uiteindelijk verslinden. Het katholicisme esoterisch binnen te gaan is dus absolute noodzaak. De Paulinische brieven en dus ook Korinthe kwamen later in de handen van het katholicisme, wat alles overnam. Tot dit geheim komen wij, dieper in het grottenstelsel onder Korinthe, in een dieper pasen en een grotere hemelvaart. Onder het grottenstelsel is de katholieke onderwereld.
|
|
AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Mar 27, 2017 15:57:40 GMT 2
19Want hoewel ik vrij sta tegenover allen, heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er zoveel mogelijk te winnen; 20en ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet – hoewel persoonlijk niet onder de wet – om hen, die onder de wet staan, te winnen; 21hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen, die zonder wet zijn, te winnen. 22Ik ben voor de zwakken zwak geworden, om de zwakken te winnen; voor allen ben ik alles geweest, om in elk geval enigen te redden. 23Alles doe ik ter wille van het evangelie, om er zelf ook deel aan te verkrijgen.
Paulus daalt dus net als Jezus van de hemel naar de aarde om daar te incarneren. Weer zien we hier de schakel tussen volwassene en kind, die een mens dus voortdurend in zichzelf moet maken. De mens moet leren overschakelen om gezond te blijven. Op het piratenschip is dit principe ondergesneeuwd. De piraten staren zich blind op de vader en de zoon, terwijl het juist een innerlijke schakel is. De mens moet deze vibratie leren kennen.
24Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één de prijs kan ontvangen? Loopt dan zó, dat gij die behaalt. 25En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. 26Ik loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. 27Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden.
De demonologie stelt dat Saveer een grote katholieke schuilplaats heeft in de kerkvader Athanasius (c. 295-373). Hij wordt de vader van de Canon genoemd, en van de Drie-Eenheid, die blijft hameren op de relatie tussen Vader en Zoon en hun godheid, zoals Saveer ook staat voor de vader-zoon relatie. Hier hebben we te maken met het hol van Saveer in de woeste wildernis. In de kerkvader Basileus de Grote zijn er dan weer anti-stoffen te vinden. De Canon was opgesteld als een afleider, om de mens af te leiden van een ander geschrift, namelijk de Katholieke Bijbel, waarin diverse geschriften van de kerkvaders te vinden zijn die het fundament van het Katholicisme vormen. Basileus stelt dat de boezem van God een bevallige stoel is voor de zoon, maar dat hen die gedwongen worden te vallen de plaats van de voetenbank hebben, in de Liber de Spiritu Sancto. Ook stelt hij dat Jezus verstoten was door God, en dat was ook gedwongen gebeurd. Nu is het zo dat in de gnosis we spreken van een Moeder, wat ook gebeurt in de grondtekst van de bijbel. Alle wegen wijzen terug naar de Moeder. De zoon moest vallen om terug te keren tot de Moeder. De zoon moest onderworpen worden aan de baarmoeder. Vandaar dat Paulus de tucht bespreekt als zo belangrijk. Naast de schakelaar tussen de man en zijn innerlijk kind is er dus ook de schakelaar tussen moeder en kind, tussen moeder en zoon. Dit is hoe het kind wordt beheerst. Dit ligt diep opgeborgen in de katholieke schakelaar van de drie-eenheid die zo eindeloos betrokken is bij de relatie tussen Vader en Zoon en de godheid hiervan, als de ultieme onfeilbaarheid.
Basileus de Grote (c. 330-379) stelt dat hij die de zoon niet eert de vader niet eert. Dit gaat om een dieper principe. Alleen door een kind te worden, een zoon, van de Moeder, keert de mens terug tot de moeder, dus als de zoons-principes worden ontweken en onteert, dan kan de mens niet tot de Moeder komen. De mens moet daarom de schakel hebben van moeder en kind, en dit is in de mens zelf. De mens moet dus ook zelf de moeder worden. Basileus stelt dat deze dynamieken ook los van elkaar gezien moeten worden, als "met" elkaar, en niet alleen maar "door" elkaar. Dit is ook wat het Evangelie van Ismaël in de Bilha stelt, dat de mens balans moet houden tussen onderworpen zijn aan God en worden tot God. De afscheiding zal dus altijd blijven, anders zou er valse zelfvergoddelijking plaatsvinden, zoals in de New Age gebeurt, en waar ook Toronto op gebaseerd is.
10
1Want ik stel er prijs op, broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, 2allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, 3allen hetzelfde geestelijke voedsel aten, 4en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging, en die rots was de Christus. 5En toch heeft God in het merendeel van hen geen welgevallen gehad, want zij werden neergeveld in de woestijn. 6Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld geschied, opdat wij geen lust tot het kwade zouden hebben, zoals zij die hadden.
Hier wordt de doop teruggeleid tot de doortocht in de zee, wat ook direct relatie houdt met de vele kinderen die door het Egyptische bewind zijn verdronken, wat in de Bilha metaforisch wordt besproken en niet letterlijk. De doop is de verdrinking van de oude mens, het vlees, opdat de nieuwe mens zal opstaan. In de Amazone Theologie gebeurde dat aan de rivier van het verdrinkoffer, wat parallel loopt aan de verdrinking van de Israëlitische jongetjes in de Nijl. Het Egyptische bewind was een allegorisch beeld van de Hiti stam van de amazones. Dit zijn ook de fundamenten van de hedendaagse doop, dus het wordt niet negatief bekeken, maar positief als een wedergeboorte en als het ontwaken, het tot inzicht komen van de mens. Het watergraf is een onmisbare dynamiek voor hen die verder willen komen in de gnosis. De mens kan niet zomaar God worden of als God. De mens moet aan zichzelf sterven, en altijd ook ondergeschikt blijven aan God. Dit is een eeuwige dualiteit en schakelaar. De doop is de verdrinking in de warme baarmoeder.
7Wordt ook geen afgodendienaars zoals sommigen van hen, gelijk geschreven staat: Het volk zette zich neder om te eten en te drinken, en zij stonden op om te dansen. 8En laten wij geen hoererij plegen, zoals sommigen van hen deden, en er vielen op één dag drieëntwintigduizend. 9En laten wij de Here niet verzoeken, zoals sommigen van hen deden, en zij kwamen om door de slangen. 10En mort niet, zoals sommigen van hen deden, en zij kwamen om door de verderfengel. 11Dit is hun overkomen tot een voorbeeld voor ons en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is. 12Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle.
Scheiding betekent onderscheiding, en zowel scheiding als verzoening en onontkoombaarheid zijn eeuwige principes. De balans moet blijven en niet geheel in elkaar wegsmelten tot één bol van Toronto energie. Vandaar dat de demonologische technologie belangrijk is, en die gaat diep.
13Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.
De mens moet dus vallen, de mens moet verstoten worden, zoals Jezus, opdat de heilige dynamieken blijven bestaan. De elementen moeten gescheiden worden voor analysering. Er moet overzicht komen, onderverdeling. Zo mag de mens tot een positiever beeld komen.
14Daarom dan, mijn geliefden, ontvlucht de afgoderij! 15Ik spreek immers tot verstandige mensen; beoordeelt dan zelf, wat ik zeg. 16Is niet de beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, een gemeenschap met het bloed van Christus? Is niet het brood, dat wij breken, een gemeenschap met het lichaam van Christus? 17Omdat het één brood is, zijn wij, hoe velen ook, één lichaam; wij hebben immers allen deel aan het ene brood. 18Ziet, hoe het gaat bij het Israël naar het vlees: hebben niet zij, die de offers eten, gemeenschap met het altaar? 19Wat wil ik hiermede dan zeggen? Dat een afgodenoffer iets is, of dat een afgod iets is? 20Integendeel, dat hun offeren een offeren is aan boze geesten en niet aan God en ik wil niet, dat gij in gemeenschap komt met de boze geesten. 21Gij kunt niet de beker des Heren drinken èn de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben èn aan de tafel der boze geesten. 22Of willen wij de Here tot naijver wekken? Zijn wij soms sterker dan Hij?
Basileus stelt dat er een onderscheid is tussen God die werkt door de zoon, en de zoon die in een afgescheiden positie nadert tot God, en brengt tot God. God, de Moeder, gebruikt dus de zoon, maar ze blijven ook twee verschillende identiteiten, alhoewel dat binnen de mens zelf is, en zo kan er ook een derde identiteit bijgehaald worden. God leert Haar zoon jagen en strijden, om prooi tot Haar te brengen, zoals Jezus zijn discipelen leerde vissers van mensen te worden. Dit is dus allegorisch. Vandaar dat het avondmaal in die zin een jachtsmaal is. Het is niet zo dat er letterlijk van het bloed van Jezus gedronken moet worden. Het wijst op veel diepere realiteiten. Door de allegorische jacht komt de mens tot de Moeder, en begint de Moeder door de mens te werken.
23Alles is geoorloofd, maar niet alles is nuttig. Alles is geoorloofd, maar niet alles bouwt op. 24Niemand zoeke het zijne, maar wat des anderen is.
Daarom is 'het zoeken naar de ander' een eeuwige wet. Er zal altijd een andere dynamiek nog zijn. Hier moet balans in komen, tussen het zelf en de ander. Wel is de ander dan weer binnen het zelf. Het zelf kan bestaan uit vele dynamieken, maar het zelf moet leren overschakelen. Alleen door het zoonschap kan de mens tot de Moeder komen. Als de mens het zoonschap onteert, dan wordt het pad tot de Moeder geblokkeert. In die zin is de Jezus allegorie belangrijk. Hoe gaat dat technisch gezien in werking ? Er is dus een dynamiek van de zoon, en de mens moet deze dynamiek vinden en daarin aan zichzelf afsterven. De zoon is een visser van mensen, een jager van zielen, en goddelijk, alhoewel ondergeschikt aan de moeder. Jezus is dus niet God, maar wijst op de goddelijke zoonsprincipes die zijn ondergeschikt aan de Moeder Gnosis. De zoon jaagt dus op de mens, en sleept de mens tot de Moeder. De prooi sterft, dus de mens sterft aan zichzelf af, om zo ook deel te hebben in het zoonschap. De mens wordt zo tot de zoon, niet als een broer, maar de mens moet zelf de zoon worden. De broer is slechts een projectie.
25Al wat in de vleeshal te koop is, moogt gij eten, zonder navraag te doen uit gewetensbezwaar, 26want de aarde en haar volheid is des Heren. 27Indien een der ongelovigen u uitnodigt en gij wenst te gaan, eet dan alles, wat u wordt voorgezet, zonder dat gij navraag doet uit gewetensbezwaar. 28Doch indien iemand tot u zegt: Dat is gewijd vlees, eet het dan niet, om hem, die u dat te kennen gaf, èn om het geweten. 29Ik bedoel nu niet uw eigen geweten, maar dat van die ander. Want waartoe zou mijn vrijheid beoordeeld worden door eens anders geweten? 30Indien ik onder dankzegging van iets gebruik maak, hoe kan men kwaad van mij spreken over iets, waarvoor ik dankzeg?
In de esoterie moet het vlees van de prooi gegeten worden. Er is dus ook vlees wat de mens niet mag eten. De mens moet dit gaan leren onderscheiden. Het zijn allegorieën die schakelaars tonen en onderscheidingen, restricties. Alleen het touw kan hier veilig doorheen leiden. De mens moet de juiste vibratie leren kennen.
31Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods. 32Geeft noch aan Joden, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods aanstoot; 33zoals ook ik allen in alles ter wille ben, niet om mijn eigen belang te zoeken, maar dat van zeer velen, opdat zij behouden worden.
Door dit mechanisme sterft de oude mens. Alles is onderworpen aan de Moeder, en vandaaruit lopen de onderscheidingen en parallellen. De mens moet dus eerst als prooi aan zichzelf sterven alvorens zoon te worden van de Moeder. Dit is ook het mechanisme van de schepping. De baarmoeder is als een valstrik gezet in de jacht. De zoon werpt netten uit van woorden, en woorden zijn zijn jachtsgerei, om de mens te trekken tot de kennis van de Moeder. De zoon is dus met anderen bezig, zoals Paulus en Basileus beiden stellen.
11
1Wordt mijn navolgers, gelijk ook ik Christus navolg. 2Ik prijs het in u, dat gij in alles aan mij gedachtig blijft en aan de overleveringen zó vasthoudt, als ik ze u overgegeven heb. 3Ik wil echter, dat gij dit weet: het hoofd van iedere man is Christus, het hoofd der vrouw is de man, en het hoofd van Christus is God. 4Iedere man, die bidt of profeteert met gedekten hoofde, doet zijn hoofd schande aan. 5Maar iedere vrouw, die blootshoofds bidt of profeteert, doet haar hoofd schande aan, want zij staat gelijk met ene, die kaalgeschoren is. 6Want indien een vrouw zich het hoofd niet dekt, moet zij zich ook maar het haar laten afknippen. Doch indien het een schande is voor een vrouw, als zij zich het haar laat afknippen of zich kaal laat scheren, dan moet zij zich dekken. 7Want een man moet het hoofd niet dekken: hij is het beeld en de heerlijkheid Gods, maar de vrouw is de heerlijkheid van de man.
Deze verzen kunnen alleen allegorisch begrepen worden. Het geheimenis hiervan is dat er zonder de zoon geen Moeder is. De Moeder houdt Haarzelf in stand door het zoonschap, dus weer is in die zin Jezus, wat hij gestolen heeft dan, onmisbaar. Velen zullen wenen als ze voor de troon van God moeten verschijnen in het laatste oordeel vanwege hun Jezus-afgod. Maar ook hen die Jezus als principe geheel en al hebben verworpen, en daar niet esoterisch mee bezig zijn gegaan zullen wenen. De Gnosis heeft het Jezus principe nooit volkomen gedumpt, maar gehalveerd. De vrouw heeft dus een hoofdtooi waarin deze geheimenissen opgesteld zijn.
8Want de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man. 9De man is immers niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man. 10Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben vanwege de engelen. 11En toch, in de Here is evenmin de vrouw zonder man iets, als de man zonder vrouw. 12Want gelijk de vrouw uit de man is, zo is ook de man door de vrouw; alles is echter uit God.
Paulus is dus de derde identiteit. Hij was de prooi van Jezus, zodat hij aan zichzelf afstierf, om zo de zoon te worden. En nu vist hij ook naar mensen. Zo schakelt de mens in Paulus tussen zoon en prooi, altijd weer, als de derde identiteit. Paulus is dus een belangrijk mechanisme in de esoterie. In de Gnosis was hij nooit geheel verworpen, maar gehalveerd, net zoals Jezus, net zoals God. Door Paulus leert de mens zoon te worden, door te komen tot de zoon. Er is zowel een wording als een onderscheiding. Ditmaal niet om onderworpen te zijn aan de Vader, maar aan de Moeder, tot wedergeboorte in de baarmoeder, en tot een heilige opvoeding.
13Oordeelt zelf: is het voegzaam, dat een vrouw met ongedekten hoofde tot God bidt? 14Leert de natuur zelf u niet, dat, indien een man lang haar draagt, dit een schande voor hem is, 15doch dat, indien een vrouw lang haar draagt, dit een eer voor haar is? Immers, het haar is haar tot een sluier gegeven. 16Maar, indien het er iemand om te doen is gelijk te hebben, wij hebben zulk een gewoonte niet, en evenmin de gemeenten Gods.
Weer zijn deze verzen allegorisch, en laten zij de schakels zien. Niets staat in die zin op zichzelf.
17Nu ik dit voorschrijf, moet ik er tevens mijn afkeuring over uitspreken, dat uw samenkomsten niet tot zegen, maar tot schade zijn. 18Want vooreerst is er, naar ik hoor, wanneer gij als gemeente samenkomt, verdeeldheid onder u, en ten dele geloof ik dit. 19Want scheuringen moeten er wel onder u zijn, zal het blijken, wie onder u de toets kunnen doorstaan.
Dan zegt Basileus : "Hij die de Zoon niet heeft gezien, heeft God niet gezien." Het zoonschap is dus van belang tot het hebben van de Moederlijke visioenen van de Gnosis. De mens moet de Zoon leren kennen, en tot de school van het zoonschap gaan. De Zoon, als tweede identiteit, moet hierin dus blijven schakelen tussen volwassene en kind, als zijn innerlijke kind, een deel van hemzelf. Vandaar dat Paulus het woord "scheuringen" noemt, als onderscheidingen. Die moeten er wel zijn.
20Wanneer gij dan bijeenkomt, is dat niet het eten van de maaltijd des Heren; 21want bij het eten neemt ieder vooraf zijn eigen deel, zodat de een hongerig is en de ander dronken. 22Hebt gij dan geen huizen om te eten en te drinken? Of minacht gij zozeer de gemeente Gods, dat gij de behoeftigen beschaamd maakt? Wat zal ik tot u zeggen? Zal ik u prijzen? Op dit punt prijs ik niet.
Paulus, als de derde identiteit, moet dus leren schakelen tussen het onderwerpen aan de zoon en het worden van de zoon, maar ook moet hij zich onderwerpen door de zoon aan de Moeder. Uiteindelijk is hij jachtprooi van de Moeder. Ook de zoon zelf moet aan zichzelf afsterven, dus is ook altijd aan de doods-rituelen onderworpen, tot diepere eenwording met de Moeder. In de Egyptologie was het Pasen een eeuwigdurende herhaling. Daarom stelt Basileus ook dat God schept door het zoonschap.
De Heilige Geest moet dan esoterisch gezien worden als de zus of vriendin van de Moeder, als de Bij-Moeder.
23Want zelf heb ik bij overlevering van de Here ontvangen, wat ik u weder overgegeven heb, dat de Here Jezus in de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, een brood nam, 24de dankzegging uitsprak, het brak en zeide: Dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis. 25Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zeide: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis.
Zoals Paulus hier spreekt over een nieuw verbond, zo is dit ook een nieuw verbond, van de Gnosis, die als een openbaring is die al ruste in de geschriften van Basileus. Hierin liggen de antistoffen tegen Athanasius, de katholieke schuilplaats van Saveer. Athanasius is één van de grootste piratenvaders van de kerk die begrepen moet worden. Daarom wordt er ook gesproken over de noodzaak van het ontvangen van de Heilige Geest, wat in esoterische termen het ontvangen, het aannemen, van de Bij-Moeder is. Dit komt ook weer terug in het Mozes verhaal, die twee moeders had. Ook Ismaël werd in de grondtekst aan een bijmoeder, een bijmeisje, onderworpen.
26Want zo dikwijls gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt. 27Wie dus op onwaardige wijze het brood eet of de beker des Heren drinkt, zal zich bezondigen aan het lichaam en bloed des Heren. 28Maar ieder beproeve zichzelf en ete dan van het brood en drinke uit de beker. 29Want wie eet en drinkt, eet en drinkt tot zijn eigen oordeel, als hij het lichaam niet onderscheidt. 30Daarom zijn er onder u velen zwak en ziekelijk en er ontslapen niet weinigen. 31Indien wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet onder het oordeel komen. 32Maar onder het oordeel des Heren worden wij getuchtigd, opdat wij niet met de wereld zouden veroordeeld worden. 33Daarom, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, wacht op elkander. 34Heeft iemand honger, laat hij thuis eten, opdat gij niet tot uw oordeel bijeenkomt. Het overige zal ik regelen, wanneer ik kom.
Paulus hamert dus op de onderscheiding, anders zal het volk afdwalen. De bijmoeder is een beeld van het loon, als de meter, de geestesgaven, wat loon is in de grondtekst. Zo spelen loon en kennis op elkaar in. De bijmoeder opent de zoon dan ook tot nieuwe gebieden. In die zin zijn zij nomadisch. Ook is de bijmoeder het beeld van de verstoting, oftewel de onderscheiding. Zonder de bijmoeder zou alles in elkaar storten. Daarom wordt er ook gezegd dat het lasteren van de Heilige Geest niet vergeven zal worden. De mens die de bijmoeder verwerpt is opgegeven. Er is geen relatie met de Moeder mogelijk zonder een relatie met de bijmoeder. Dit heeft met principes te maken.
12
1Ten aanzien van de uitingen des geestes, broeders, wil ik u niet onkundig laten. 2Gij weet, dat gij, toen gij nog heidenen waart, u blindelings naar de stomme afgoden liet heendrijven. 3Daarom maak ik u bekend, dat niemand, door de Geest Gods sprekende, zegt: Vervloekt is Jezus; en dat niemand kan zeggen: Jezus is Here, dan door de heilige Geest.
In andere woorden : De mens mag dus niet de relatie met de bijmoeder afzeggen. Daarom wordt ook de derde identiteit, Paulus, aan de bijmoeder onderworpen.
4Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest; 5en er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Here; 6en er is verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen werkt. 7Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen. 8Want aan de een wordt door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te spreken krachtens dezelfde Geest;
Hier wordt de bijmoeder besproken. De bijmoeder, de Heilige Geest, is de voorloper van de Zoon, stelt Basileus. Ook stelt hij dat door de aanwezigheid van de Heilige Geest de duivel teniet werd gedaan. De bijmoeder is het geheim van het wassen. Daarom wordt de zoon ook overgeleverd aan de bijmoeder. De bijmoeder is als de vroedvrouw.
9aan de een geloof door dezelfde Geest en aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest; 10aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten, en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking van tongen. 11Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest, die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil.
De Heilige Geest, de Bijmoeder, mag dus niet bedroefd worden, want dan hebben wij ook de Moeder niet. De Moeder reageert altijd op basis van hoe wij de bijmoeder behandelen. De Bijmoeder kent de Moeder, dus bij haar moeten we wezen. De Bijmoeder is de Openbaring van de Moeder. Wij komen niet tot de Moeder zonder de Bijmoeder. De mens moet dus de tempel en het eigendom van de Bijmoeder worden. Hiertoe levert de Moeder de mens over. In die zin schept de Moeder dus niet alleen door de Zoon, maar ook door de Bijmoeder. Daarom is de Bijmoeder ook het geheim van de vrijheid.
12Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van het lichaam, hoe vele ook, één lichaam vormen, zo ook Christus; 13want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. 14Want het lichaam bestaat toch ook niet uit één lid, maar uit vele leden. 15Indien de voet zeggen zou: omdat ik niet de hand ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort hij daarom niet tot het lichaam?
De Bijmoeder is een deel van de Moeder, en deel van de Godheid. Door de Moeder en de Bijmoeder wordt de mens volkomen ingesloten voor eeuwig, in de heilige onontkoombaarheid. De mens moet het eeuwige lichaam leren begrijpen. De zoon draagt dus zijn Moeder in zich en de Bij-Moeder. Ook is hij dus zelf de prooi, de vis. Dit zijn eeuwige geheimen. Dit is een eeuwige cyclus. Dit is hoe het lichaam werkt. Dit is hoe er leven is. Het kwaad, de anti-kennis, heeft zo geen bestaansrecht. Alleen het goede en de kennis bestaat en al het andere is slechts schaduwen daarvan, die levenloos zijn als dode kunst. Licht zo lang geleden gestorven wat nu pas de aarde bereikt. Door de Bij-Moeder aanbidt de mens zijn Moeder. De Bijmoeder is het beeld wat van het beest werd gemaakt, van de vrouw op het beest. Er zijn dus meerdere vrouwen op de beesten, meerdere mysteriën. Dit is een apocalyptisch, dualistisch schilderij van grote schoonheid. "Zie hen rijden op de beesten, zie hen het zelf overwinnen."
16En indien het oor zeggen zou: omdat ik niet het oog ben, behoor ik niet tot het lichaam, behoort het daarom niet tot het lichaam? 17Als het lichaam geheel en al oog was, waar bleef het gehoor? Als het geheel en al gehoor was, waar bleef de reuk?
Dit is de ware uitleg van de Drie-Eenheid, en het geheim van de zalving en de doop van Jezus, en het geheim van de opening van de zintuigen. Dit gebeurt door het samenspel van onderscheiding en eenheid.
18Nu heeft God echter de leden, elk in het bijzonder, hun plaats in het lichaam aangewezen, zoals Hij heeft gewild. 19Indien zij alle één lid vormden, waar bleef het lichaam? 20Maar nu zijn er wel vele leden, doch slechts één lichaam. 21En het oog kan niet zeggen tot de hand: ik heb u niet nodig, of ook het hoofd tot de voeten: ik heb u niet nodig. 22Ja, veeleer zijn die leden van het lichaam, welke het zwakst schijnen, noodzakelijk, 23en juist die delen van het lichaam, welke wij minder in ere houden, bekleden wij meer eervol, en onze minder edele leden worden met groter eer behandeld, 24doch onze edele leden hebben dat niet nodig. God heeft evenwel het lichaam zó samengesteld, dat Hij meer eer gaf aan hetgeen misdeeld was, 25opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de leden gelijkelijk voor elkander zouden zorgen. 26Als één lid lijdt, lijden alle leden mede, als één lid eer ontvangt, delen alle leden in de vreugde. 27Gij nu zijt het lichaam van Christus en ieder voor zijn deel leden.
De mens moet al deze dingen dus in zijn eigen lichaam terugvinden. In ieder mens zit het totale pakket. Ook aan de voeten van de Bij-Moeder moet de mens knielen.
|
|
AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Mar 28, 2017 14:41:19 GMT 2
28En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, verder krachten, daarna gaven van genezing, bekwaamheid om te helpen, om te besturen, en verscheidenheid van tongen. 29Zijn zij soms allen apostelen? Allen profeten? Allen leraars? Allen krachten? 30Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen? 31Streeft dan naar de hoogste gaven. En ik wijs u een weg, die nog veel verder omhoog voert.
Gaven zijn een vorm van omkoperij, stelt Calvijn in zijn commentaar op het boek Jesaja. Hij stelt dat het absurd is om te zeggen, zoals zoveel mannen doen, dat zij hun harten puur en oncorrupt houden, zelfs al hebben ze steekpenningen aangenomen. Hij verwijst naar Exodus 23:8 waar er wordt gezegd dat de gave het oog der wijzen verblindt en het woord van de rechtvaardigen verdraait. Hij stelt dat zulke rechters metgezellen van dieven zijn. Daarom is het wortelwoord van charisma charis, wat ook loon betekent. De smetvrees-kabouter houdt van gaven, en haat loon. Hard werken kan de smetvrees-kabouter namelijk vies maken, dus dat doet de smetvrees-kabouter liever niet. Zijn smetvrees is al hard werk genoeg. De genade is de ninja-kabouter die strijdt tegen eerlijk loon. Ook dit is smetvrees. De ninja-kabouter bevindt zich achter de pilaren, en voert de piraten aan. Hij is in het zwart met een zwarte kap op, en heeft allemaal scherpe, gemene wapens. Hij is een doos vol truken. Zo terroriseert hij de stad en de piraten, voert hen aan met dictatoriale stem. Dit is een uiting van de Saveer cobra. De cobra speelt smerige spelletjes.
13
1Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de tederheid niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal.
Hier zien we de ninja-kabouter. De ninja-kabouter is overmoedig, ongeduldig, en heeft lak aan de tederheid. De tederheid is de alertheid, de gevoeligheid, als voorzichtigheid, de alarmologie. De ninja-kabouter is roekeloos daaraan tegenovergesteld.
2Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de tederheid niet, ik ware niets.
Hier wordt het ook duidelijk dat de tederheid, de voorzichtigheid i.e. de alarmologie, een ander woord voor demonologie, een groot fundament is om de gaven te ontvangen. Juist daardoor zien we dat de gave puur loon is. Genade zonder tederheid, zonder demonologie, is dus niets. Vandaar dat de mens geschoold moet worden in de demonologie. Dit is hard werk. Daarom kiezen veel mensen voor de ninja-kabouter, als een pop die ze in hun kast kunnen zetten om te bewonderen, en eruit te halen wanneer ze dat nodig vinden, wanneer hun smetvrees begint op te spelen.
3Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de tederheid niet, het baatte mij niets.
Liefdadigheid zonder demonologie is dus ook waardeloos. Het beveiligings-systeem is het belangrijkste, anders wordt de mens nog niet geholpen.
4De tederheid is lankmoedig, de tederheid is goedertieren, zij is niet afgunstig, de tederheid praalt niet, zij is niet opgeblazen,
Het gaat om rijpings-processen. De ninja-kabouter oogst geforceerd terwijl de vruchten nog niet rijp zijn. Zo worden hen die de ninja-kabouter volgen vetgemest en opgeblazen. Ook dit is een teken van smetvrees. De verborgenheid vinden ze vies. Ze pralen liever in het licht van de stad wat alles verblind. Ze denken dat wat ze niet zien er ook niet is. Dat is een rare kronkel in de gedachtes van hen die de ninja-kabouter volgen.
5zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd, zij rekent het kwade niet toe.
De tederheid gaat niet in tegen de tederheid, en heeft geen vooroordeel. Overmoedig oordeel komt wanneer de mens naar een gift verlangt, naar steekpenningen. Deze rotte wortel moet dus uit de kerk gehaald worden.
6Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. 7Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij.
De tederheid is tegengesteld aan de smetvrees. De tederheid aanvaart het kruis, en draagt het kruis ook. De tederheid graaft diep, terwijl de smetvrees niet graaft, maar over de puinhopen heen gaat bouwen. Alles wordt afgedekt, zodat het op een dag ontploft. Er staat dan teveel druk op de ketel. Calvijn stelt dat het hier ook niet om goedgelovigheid gaat, maar om voorzichtigheid in het oordeel.
8De tederheid vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben.
Zonder tederheid is er geen kennis, of is de kennis vals. Soms moet alles afgenomen worden om de mens weer terug te brengen tot de tederheid, het alarm.
9Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren. 10Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene afgedaan hebben. 11Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. 12Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben.
Hier zien we de schakelaar tussen de man en zijn innerlijke kind terug. Zo blijft de kennis rein. Zonder het kruis is de kennis niets. Daarom ligt er esoterisch ook een schakelaar tussen de man Jezus en het kind Jezus. Dit zijn piraten-geschenken, gestolen goederen. De esoterische mens kan dit doorzien, en kan hier veilig langsheen komen. De esoterische mens heeft niet zo'n smetvrees dat hij de Jezus putten niet meer ingaat. Soms moet dit gebeuren. Paulus staat model voor iemand die in de Jezus putten gaat en leert te schakelen tussen de man en zijn innerlijke kind, dwars door alle piraten-theologieën over Jezus heen. Hij verlustigt zich in de esoterische sieraden van de piraten, en zo doet een esoterisch mens dat ook. Het is een jacht op de schat. Als de schat ineens een andere naam heeft en er worden hele andere dingen over de schat verteld, wil dat niet zeggen dat we de schat daarom moeten verwerpen. Ook dat is de smetvrees-kabouter.
13Zo blijven dan: Geloof, hoop en tederheid, deze drie, maar de meeste van deze is de tederheid.
In de tederheid, de demonologie, is de heilige gebondenheid te vinden. De mens komt niet tot de heilige gebondenheid zonder de demonologie. Geloof en hoop zijn hier hele aardse schaduwen van. Kennis is alarmologie. De alarmologie is hierin genoodzaakt profetische openbaringen te tonen, en ook de schaduwen.
14
1Jaagt de tederheid na en streeft naar de gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren.
Nu is er geen profetie zonder lust. De mens moet niet alleen afsterven aan valse lusten, maar ook wedergeboren worden tot de ware, heilige lusten. Eén van die lusten is profetie, het volkomen geleid worden door de oneindige kennis. De kennis meet mensen af naar hoe ze profetie behandelen. Zij die haar verachten worden door de kennis veracht.
|
|
AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Mar 29, 2017 13:42:31 GMT 2
2Want wie in een tong spreekt, spreekt niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het; door de Geest spreekt hij geheimenissen. 3Maar wie profeteert, spreekt voor de mensen stichtend, vermanend en bemoedigend.
Alles wordt teruggeleid tot profetie, tot het heilige Woord, de logos, Loki. Alles wordt teruggeleid tot de diepte waarin het touw werkt. De ninja kabouter wil niet in de diepte, maar wil oppervlakkig op alles inrammen. De Pinkster Kerk is een piratenkerk vol wartaal wat geen fundament heeft. Ook liederen zijn een soort wartaal wat de ninja kabouter graag gebruikt. Zij die altijd maar willen zingen en niet willen komen tot het Woord, de profetie, zullen hierdoor ook schipbreuk lijden.
4Wie in een tong spreekt, sticht zichzelf, maar wie profeteert, sticht de gemeente. 5Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet. Wie profeteert, is meer dan wie in tongen spreekt, tenzij hij het ook uitlegt, zodat de gemeente stichting ontvangt.
Dit is natuurlijk allegorisch. Paulus raakt hiermee de kern aan dat het om de gnosis gaat, om het Woord, de profetie, de stichtende literatuur. Het gaat om de boeken en de tong is slechts een sluier. Zij die teveel in tongen spreken hebben wat te verbergen, ook naar henzelf. Hier moet dus een grote balans komen. De ninja kabouter is verzot op de tongentaal, overmatig, zoals ongegrond geroddel om de waarheid te verbergen. Waar komt die ninja kabouter vandaan ? Het katholicisme is een keizerrijk van ninja's, en zo ook het protestantisme. Het is een ninja oorlog.
6En nu, broeders, als ik tot u kom en spreek in tongen, wat nut zal ik u brengen, als ik mij niet tot u richt, of met een openbaring, of met kennis, of met profetie, of met onderricht? 7Hoe toch zal men zelfs bij onbezielde dingen, die geluid geven, fluit of citer, als zij geen verschil in toon doen horen, te weten komen wat op de fluit of de citer gespeeld wordt? 8Immers, indien de bazuin een onduidelijk geluid geeft, wie zal zich gereed maken tot de strijd?
De tongen brengen verwarring, als de Babylonische spraakverwarring. Saveer is tegen haarzelf verdeeld en het leidt helemaal terug tot het oude China, tot een oud orakel genaamd de I Ching, een geroofde piratenschat van grote esoterische wijsheid. De I Ching is als een piratenschip van ninja's die door hun roof gesplitst werden. Die splitsing leidde tot de geboorte van zowel het katholicisme als het protestantisme, als twee supermachten tegenover elkaar. De ninja kabouter snijdt zichzelf dus voortdurend in de vingers omdat hij overmoedig naar goud heeft gegrepen. Er rust dus een grote vloek op de ninja kabouter.
9Evenzo, indien gij met uw tong geen verstaanbare volzin spreekt, hoe zal men het gesprokene begrijpen? Gij zoudt immers in de lucht spreken? 10Er zijn wie weet hoe vele soorten van klanken in de wereld en niets is zonder zijn eigen klank. 11Indien ik nu de betekenis van een klank niet ken, zal ik voor iemand, die spreekt, een vreemde zijn en de spreker zal voor mij een vreemde zijn. 12Zo moet ook gij, omdat gij naar geestelijke gaven streeft, trachten uit te munten tot stichting van de gemeente.
De gemeente moet dus zicht krijgen op de schat, en educatief zijn. Alle geloofsformules die ze hebben opgesteld zijn niets anders dan smetvrees. De mens mag hier alleen esoterisch mee omgaan. Een kind mag hier in opgroeien. De onrijpe vrucht mag niet geforceerd worden. Babytaal is een onderdeel van de gnosis. Het is strategie. De gnosis werkt zowel onder de schelp als boven de schelp. In die zin is de kerk een allegorie van de gnosis. We mogen met de I Ching dus dualistisch omgaan om het raadsel op te lossen. Er ligt hier de dualiteit tussen verborgenheid en openheid, en die kan van meerdere kanten bekeken worden. Daar mag je verdiepingen en lijnen in gaan zien, parallellen en kruizingen, tussen tongen en profetie.
13Derhalve moet hij, die in een tong spreekt, bidden, dat hij het moge uitleggen. 14Want indien ik bid in een tong, bidt mijn geest wel, maar mijn verstand blijft onvruchtbaar. 15Hoe staat het dan? Ik zal bidden met mijn geest, maar ook bidden met mijn verstand; ik zal lofzingen met mijn geest, maar ook lofzingen met mijn verstand.
Paulus blijft dus erop hameren dat er iets verborgen wordt gehouden. Hij beukt zijn hoofd tegen de tongen. Paulus is in gevecht met de ninja-wachters die de schat hebben geroofd. Paulus wil profetie, verklaring. Nu is het zo dat de vierde hexagram van de I Ching de Verborgenheid is, de Verhulling, de MENG. Vanuit deze hexagram putten de ninja's om de geroofde schatten verborgen te houden. Verborgenheid is een belangrijke dynamiek, van de duisternis. Het is een sluier in de tempel van de gnosis. We zullen de oude Chinese tempel binnen moeten gaan om dit geheim te kunnen begrijpen. De verborgenheid is de onrijpheid. Een heleboel dingen moeten daarom verborgen blijven. De tijd is nog niet rijp. Alles is vaag, onduidelijk, en juist dat is ook weer een heel belangrijk principe in de Vur :
1. DE ORKAAN 1. Deze bruggen zijn gemaakt van bruine bloemen, Bruggen tussen jou en mij, Waar leiden zij naartoe ? Wanneer ik naar jou kijk, vaag ik weg, Wanneer ik aan je denk, laat ik je wegglijden, Dit is hoe ik mijn boog grijp, Maar ik bereik het nooit
Het commentaar in de Leri, het tweede deel van de Amazone Bijbel, is hierop : "Dit laat de fragiliteit van het leven zien, dat alles door je vingers heenglipt. Niets kun je waarlijk vasthouden, want alles stroomt weer weg. En dat is maar goed ook, want we moeten komen tot het eeuwige. Soms moeten we even alles loslaten om even grip te krijgen op het eeuwige."
Het verborgene is dus ergens goed voor, als het rijpings-proces. De vrouw is zwanger en het kind mag niet voortijdig geboren worden.
41. RIVIERBLOEMEN
14. Diep wellen de sappen op, De kruidkelken vol onverstaanbaar genot, Ik ben nu dichterbij gekomen, Maar het raakt mij niet aan Het commentaar in de Leri hierop is : "Alleen zo kan het steeds dichterbij ons komen, maar ons nooit echt raken. We zijn altijd op reis. We verstaan het niet, zodat er altijd ruimte is voor ons eigen verbeeldingsvermogen en onze fantasie, omdat er nog zoveel is dat mist, omdat er nog zoveel belangrijke stappen tussen moeten zitten. Te verstaan zou in die zin fataal zijn. Het mag niet verstaan worden. Het moet vaag blijven. Er zit namelijk iets achter wat nog wel belangrijker is."
32. DE KROONGETUIGE
22. Ik riep haar en ze kwam maar niet, Ik moest eerst dieper gaan, Tot de spiegels van haar tranen De Leri : "Dit is ook waarom de hogere kennis vaak niet antwoordt. Wij moeten eerst dieper gaan. Wij moeten de ware kennis zelf vinden. De traan spreekt op een andere, diepere manier. De sinterklaasgidsen verwennen de mens, en leiden hen tot de slacht. Zij verlammen de mens door het overwoord. Zij stellen goden over de mens aan die met een schijn van overvloed de mensen uitzuigen als parasieten. Er is geen zelfverwerkeling, alleen in oppervlakkige projectie het aanbidden van afgoden. Hierin verandert de mens niet, maar wordt steeds erger. De goden dienen dan slechts als een verzekeringsmaatschappij. Dit is allemaal sterke voorouderlijke energie. De mens is een voorouder-aanbidder geworden. Om hieraan te ontsnappen moet de mens tot de tranenzee komen totdat de werkelijkheid daarin wordt weerspiegeld. Dit is een plaats diep onder de grond, ver verwijderd van de samenleving. De mens betaald een hoge prijs om hier te komen."
23. Zo draaien de spiegels in hun hoofd, Zij zien haar niet, Alleen de weerspiegelingen van kennis
De Leri : "Die kennis dringt zich niet op, maar geeft glimpen, weerspiegelingen, vaak cryptisch, die de mens moet volgen. Niets wordt gemakkelijk gemaakt. De vaagheden moeten het puzzelvermogen van de mens opwekken. De mens moet de ware identiteit terugvinden."
Hierom staat er ook in de Vur :
42. WESPENZEEEN 1. Het moet vooral vaag blijven, Als je het te duidelijk maakt, raak je er in opgesloten, In vaagheid kun je altijd door blijven groeien, En kunnen de betekenissen veranderen
Hiertoe is de MENG, de Versluiering, dienstbaar in de I Ching, maar dit werd geroofd door de ninja's. Zij hadden muren nodig voor hun keizerrijk. Daarom is het van belang een diep inzicht in de MENG te gaan krijgen. Er is een grote strijd gaande om de MENG, de vierde hexagram. Dit is een idee van grote glorie : De hindernis is er om je te veranderen, om je aan te sluiten op profetie en meervoudige interpretatie, zodat de mens losbreekt uit tunnelvisie. Het boort de eigen creativiteit van de mens aan. De mens kan geen ijzer met handen breken, dus de mens gaat andere oplossingen zoeken. Zo wordt de mens vindingrijk en intuïtief. De mens moet langs deze grote Chinese wachter heen door meer inzicht hierin te krijgen. De blokkade is om de mens weer in balans te brengen, om de juiste hiërarchie te herstellen, de juiste volgorde. Hiertoe wordt er aandacht gegeven aan de tussenstappen. De Versluiering heeft te maken met de nodige duisternis. Teveel licht verblindt de mens, en vreet zijn zicht, en daardoor ook zijn tederheid, de demonologie, weg. Licht vreet het alarm weg. Het is uitgezonden te strijden tegen het Visioen van de Gnosis, als een ninja.
De Vur is de Amazone Kennis van de Wildernis, waar de I Ching ninja's van stalen. Eerst moet de mens in de heilige vertraging komen, in het ijs, om hier dieper zicht op te krijgen, wat ook een belangrijk onderdeel van de Ragnarok is, van de Germaanse apocalypse, als onderdeel van de hongermystiek. Alleen zo kan de mens komen tot de "missing links".
16Want anders, indien gij een zegen uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig is, op uw dankzegging zijn amen spreken? Hij weet immers niet, wat gij zegt. 17Want gij dankt wel goed, doch de ander wordt er niet door gesticht. 18Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen spreek; 19maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden met mijn verstand spreken, om ook anderen te onderwijzen, dan duizenden woorden in een tong.
Weer gaat hier de strijd van Paulus tegen de MENG door. Paulus is hier in gevecht met deze Chinese wachter, deze ninja. De verborgenheid kan dus alleen geëerd worden in de juiste context, in de juiste balans en hiërarchie. Het gaat Paulus om de heilige verborgenheid, niet om de overmoedige ninja-verborgenheid, de smetvrees. Er kan alleen goede leiding hierin zijn door profetie. Juist door profetie komt er balans. Juist door profetie wordt de demonologie omtrend deze dingen geopenbaard. De I Ching bestaat uit hexagrammen, zes-eenheden. Dat wil zeggen dat er zes verschillende seizoenen en manieren zijn om met de MENG om te gaan. De MENG is dus een school, een technologie, waar niet te eenvoudig over gedacht moet worden. De ninja is de spijbelaar die erg gemakszuchtig is, en dan zijn valse school opricht om de hoofden van de vijand te breken.
De MENG is als een jeugdziekte, als onvolwassenheid, een onderdeel van de evolutie van de ziel van de mens. De mens moet hier dus doorheen, door dit onderdeel van de Ragnarok. De MENG is onderdeel van de discipline, de heilige restrictie, als een gesel in de hand van de Gnosis. Daarom moet de mens de verborgenheid en de duisternis eren. De MENG is er voor om de mens te doen ontwaken. Zonder de MENG is er geen ontwaking. Het probleem komt wanneer mensen niet wachten op de openbaring van de MENG, en zo eigen gesneden beelden gaan maken die ze als god vereren. Zo maken zij hun eigen MENG, zoals de ninja's, die de taak heeft om hun geroofde schatten te bewaken. Zo onstaat dus vooroordeel, en maken mensen of genootschappen valse projecties van je, wordt je niet begrepen en verkeerd uitgelegd. Je bent een pop geworden, een stenen beeld.
Laten we kijken naar de orakel-tekst van het oude China van deze vierde steen van het orakel : "Ik ben niet op zoek naar de jeugdigen en de onervarenen, maar ze komen naar mij. De eerste keer dat hij komt laat ik het zien. Komt hij een tweede keer, dan geef ik geen onderricht meer. Herhaling spreekt van minachting." Een enorme barbaarsheid spreekt uit dit vers, maar tegelijkertijd is dit een geheimenis wat oorspronkelijk teruggevonden kan worden in de Vur :
1. DE ORKAAN
10. Waar zou ik zijn zonder een goede broek ? De viooltjes maakten het voor ons, Zij lieten de honing er doorheen glijden, Zij brachten ons door bos en woestijn, Volg hen naar de rivieren en de watervallen, Ze zullen hier maar één keer zijn
De Leri : "Een boek kan in sommige situaties helpen. Even afleiding zoeken, of wat goede raad. Zovelen hebben dit pad al begaan, en wij kunnen van hen leren. Het pad is al uitgestippeld door anderen. Er zijn hier al reismappen voor."
Het orakel kan dus meer één keer spreken in de geschiedenis, en voor de rest worden we geleid door onze herinnering.
104. RODE LAARZEN
1. Ik zag je eens in mijn leven, maar ik zal je nooit vergeten, Het was eigenlijk allemaal in een flits, maar ik zal nooit vergeten, Ja, eigenlijk ging het allemaal zo snel, als bliksem, en je was zo ver weg, Het was al nacht, in duisternis en mist, Wel, eigenlijk zag ik je helemaal niet, Alleen je rode laarzen
De Leri : "Hier zien we het rode paradijs mysterie : Het komt in flitsen, en is dan weg, en gaat zich vervormen, en er gaan fantasieën omheen ontstaan."
2. Ik zag alleen je rode laarzen, Genoeg om me te betoveren, Genoeg om je nooit meer te vergeten, Ik zag deze laarzen eens in mijn leven, En ze waren zo ver weg, In duisternis en mist, Maar genoeg om mijn hart in de problemen te brengen, Genoeg om mijn hart in pijn te brengen
De Leri : "Als dan de mooie ervaring weg is dan kan dat heel problematisch zijn, als een obsessie. Er gaan dan allerlei verhalen omheen ontstaan, terwijl het maar iets heel simpels was, een basis-principe. Je bent dan in jezelf aan het roddelen, je maakt jezelf gek en maakt het groter dan het is. Het komt maar één keer in je leven, en is dan een herinnering. Het is beter te herinneren dan te hebben, zodat er ruimte is voor andere dingen."
20Broeders, weest geen kinderen in het verstand, maar in de boosheid; wordt in het verstand volwassen. 21In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here. 22Derhalve zijn de tongen een teken niet voor hen, die geloven, maar voor de ongelovigen; de profetie echter is niet voor de ongelovigen, maar voor hen, die geloven.
Hier wordt al duidelijk dat God spreekt door andere talen en andere culturen, terwijl het katholicisme en protestantisme steeds meer een nazi ideologie kregen. "Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here." In het OT is dat een dualiteit. Het kan ook een vijand zijn die gebruikt wordt. De MENG hiëroglief is een berg, een blokkade, waaruit een bron ontspringt. Alhoewel de bron onwetendheid is moet de mens hier zijn weg door zien te vinden.
In de eerste lijn wordt de mens door de onwetendheid aan handen en voeten gebonden, om een norm vast te stellen, om een metafoor te maken, die dus niet letterlijk genomen moet worden, maar metaforisch. Maar juist omdat de mens in de onwetendheid is zal hij dit snel verletterlijken en misverstaan. Dit is verbonden aan het groeiproces. De mens krijgt eerst het letterlijke opgedrongen, en daarna mag het zich esoterisch gaan vertalen, en mag de mens tot het volle spectrum komen. De mens wordt dus eerst vernederd en onderworpen. De tweede lijn is in deze situatie het komen van de mens tot een vrouw. De zoon zal nu de familie onderhouden. Dit is ook gebeurt in het christendom. De onwetendheid bracht de zoons-archetype voort en verzekerde het gehele menselijke ras. De derde lijn laat een vrouw zien die een zwakte heeft voor de rijkdommen van mannen, een zwakte heeft voor weelde, als de opkomst van het katholieke, materialistische systeem. Het is de komst van de onbezonnenheid, vanuit de onwetendheid. In de vierde lijn wordt de onwetende weer gegrepen en vernederd, als beeld van de komst van het calvinisme. In de vijfde lijn wordt de onwetende tot de verlichting getrokken en tot materialistische welvaart, wat als de komst van Toronto gezien kan worden. In de zesde lijn worden de eindjes aan elkaar geknoopt, wordt de dualiteit getoond en kan er verzoening komen op het esoterische pad. Er wordt een brug gebouwd tussen het letterlijke en het symbolische, en tussen de talen onderling. De verbanden gaan gezien worden. Dit hele stelsel is als de school van de MENG waar de mens een relatie krijgt met de verschillende dynamieken, waarvan de relatie tussen man en vrouw een beeld is. De MENG is een pedagogisch opvoed-systeem van kind tot volwassene. De ninja is hiervan een schaduw, als een roekeloze spijbelaar. De berg in de MENG hiëroglief is in het oude China ook een hand, als een straffer en een hindernis, om zo het kind te beschermen en op te voeden.
23Indien dan de gehele gemeente bijeengekomen is en allen in tongen spreken, en er komen toehoorders of ongelovigen binnen, zullen zij niet zeggen, dat gij wartaal spreekt? 24Maar als allen profeteren en er komt een ongelovige of toehoorder binnen, dan wordt hij door allen weerlegd, wordt hij door allen doorgrond, 25het verborgene van zijn hart komt aan het licht en hij zal zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden, dat God inderdaad in uw midden is.
Hier zien we het verborgene aan het licht komen. De MENG wordt hier weer teruggeroofd van de ninja's, juist door de MENG beter te begrijpen.
|
|
AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Apr 1, 2017 10:28:40 GMT 2
26Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden. 27Indien er in tongen spreken, laten het er twee, ten hoogste drie zijn, ieder op zijn beurt, en laat één uitleg geven. 28Is er echter geen uitlegger, dan moet men zwijgen in de gemeente, maar tot zichzelf en tot God spreken. 29Wat de profeten betreft, twee of drie mogen het woord voeren, en de anderen moeten het beoordelen. 30Maar indien aan een ander, die daar gezeten is, een openbaring ten deel valt, moet de eerste zwijgen. 31Want gij kunt allen één voor één profeteren, opdat allen lering en allen opwekking erdoor ontvangen.
Iedereen moet leren profeteren. Nadat de MENG-wachter is teruggeroofd en uitgeschakeld zijn de ninja's kwaad en zoeken toevlucht bij volharding, trouw. Zij eten hierin, maken plezier. Zij stellen zich afhankelijk en geduldig. Ze bidden tot hun goden, en laden zichzelf op. Dit is geheel tegengesteld aan de profetische wetten, maar zal een eigen schaduw-profetie opstellen, oftewel valse profetie. Dit is de HSU hexagram in de I Ching, de vijfde, wat tegelijkertijd ook de vijfde wet van Calvijn is, de eeuwigheid. Dit is de hexagram van bloed, van het dienen. Het is een man die bidt om regen. In het oude China is het ook een man die de staart van een draak optilt, zoals Mozes de staart van de slang moest optillen, als een beeld van Saveer bij de wortels grijpen. Naast de man staat een monnik die hem onderwijst. Het is een portaal van kracht.
32En de geesten der profeten zijn aan de profeten onderworpen, 33want God is geen God van wanorde, maar van vrede. 34Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken, maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt. 35En als zij iets willen te weten komen, moeten zij thuis haar mannen om opheldering vragen; want het staat lelijk voor een vrouw te spreken in de gemeente. 36Of is het woord Gods bij u begonnen? Of heeft het alleen u bereikt?
Paulus had het niet zo hoog op met de vrouw. Het staat lelijk voor een vrouw te spreken in de gemeente, alsof het niet lelijk staat voor een man om te spreken in de gemeente. Zo vaak worden deze bijbelteksten misbruikt, en is de mens in gevecht met de HSU, alsof de vrouw de man moet dienen. De vrouw mag alleen de man thuis om opheldering vragen. De vrouw moet dus zwijgen. Het is een heel vampiristisch principe. Paulus windt er geen doekjes om, maar laat hier het bloed gewoon stromen. Paulus staat schuldig aan sexisme, wat een vorm van racisme is. Dan probeert hij het verder te onderbouwen door strikvragen en drogredenen. Hier zien we Paulus afwijken van de kern. Zoals de kerken het Woord van Paulus tot het zuivere, onfeilbare Woord van God hadden gemaakt, als een afgod, zo gaf Paulus eerder duidelijk aan dat het soms niet de Heere was die sprak, maar hijzelf, en ook soms gaf hij duidelijk aan dat het slechts zijn eigen mening was. Mensen zijn dus met deze brieven op de loop gegaan. Laten we kijken naar de zes lijnen van de HSU die mensen misbruiken om zo anderen hen te laten dienen, zoals in het geval van Paulus en de kerken :
lijn 1 : De hongerige is in de buitenwijk, in de tuinen, en de tijd is nog niet rijp om te strijden. De hongerige werkt in de tuin. lijn 2 : Er wordt geroddeld om de hongerige te testen, uit te dagen, maar de hongerige moet in de tuin blijven. Er moet hierin geduld en voorzichtigheid geoefend worden, en hierin moet volhard worden. De mens moet rusten zoals in het vijfde zegel van de Openbaring. De mens schreeuwt om wraak, maar alles wat de mens krijgt is een wit kleed. lijn 3 : De hongerige daagt de vijand niet uit, maar de vijand komt zelf, als een rover, en drijft de hongerige in de modder achter de tuinen, wat een beeld is van de heilige vertraging. lijn 4 : Het water verandert hier in bloed, als de bruiloft te Kana. De rover, de ninja, heeft in zijn overmoedigheid een wond geslagen. De mens wordt gedreven tot een put, tot een afgrond, tot de wildernis. lijn 5. De mens komt zo volledig tot de honger waarin grote veiligheid is. Het voedsel van de stad maakt de zintuigen van de mens niet meer corrupt. lijn 6. De mens breekt in de honger, en valt in grote zwakheid dieper. De mens kan niet meer wachten en verzet zich. De mens is echter in de heilige gebondenheid, en wordt tot heilige waanzin gedreven, tot de grotten gedreven, wat de hiërogliefen betekent : de mens wordt onderwezen op school in het woord, als een ontmoeting met de logos, Loki.
Dit zijn de zes seizoenen en onderdelen van de HSU, het dienen, en het bloed.
37Indien iemand meent een profeet of geestelijk mens te zijn, laat hij dan wèl weten, dat hetgeen ik u schrijf, een gebod des Heren is. 38Maar als iemand hiermede niet rekent, dan wordt met hem niet gerekend. 39Zo dan, mijn broeders, streeft ernaar te profeteren, en belemmert het spreken in tongen niet. 40Laat alles betamelijk en in goede orde geschieden.
Door te mediteren op de HSU krijgt de mens inzicht over de HSU en kan het teruggeroofd worden van de ninja's, die er hele andere betekenissen aan hadden gegeven.
15
1Ik maak u bekend, broeders, het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt, waarin gij ook staat, 2waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zó vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof zoudt gekomen zijn. 3Want vóór alle dingen heb ik u overgegeven, hetgeen ik zelf ontvangen heb: Christus is gestorven voor onze zonden, naar de Schriften,
Paulus probeert hier de formules tot behoudenis door te geven, maar slaagt er niet erg in. Wie wil er in zo'n hemel leven waar vrouwen ondergeschikt zijn aan de mannen ? Het is ook heel pervers, want zo kan de man de vrouw als lust-object gebruiken, om zo snel allerlei doelen te bereiken. We zijn hier dieper in de ninja tempel aangekomen, en op dit punt heeft Paulus zichzelf volkomen gediskwalificeerd en zien we zijn ware piraten natuur, en reden te meer voor de mens om zijn geschriften niet letterlijk te nemen, maar esoterisch. De mens mag komen tot de HSU om het te herzien. Weer leidt de HSU terug tot de wetten van Calvijn die in esoterische zin ook de pilaren van het Amazonisme zijn. De HSU is dus een orakel, zoals ook de teksten van Paulus. Paulus had diep geput uit de HSU en het tegen vrouwen gebruikt. Mannen moesten religieus vetgemest worden, en vrouwen uitgehongerd, zodat de man over de vrouw zou heersen. De tronen in de HSU, in de eeuwigheid, zijn voor de man.
4en Hij is begraven en ten derden dage opgewekt, naar de Schriften, 5en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven. 6Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie het merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen. 7Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; 8maar het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als aan een ontijdig geborene.
Daarom heeft Jezus ook zo'n hoge plaats in de theologie van Paulus. Hij wordt boven iedereen geplaatst, boven alle vrouwen, zelfs zijn eigen moeder, juist omdat hij een man is. Als hij een vrouw was geweest was dit allemaal niet gebeurd. De vrouw past niet in zo'n positie in de theologie van Paulus.
9Want ik ben de geringste der apostelen, niet waard een apostel te heten, omdat ik de gemeente Gods vervolgd heb. 10Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is. 11Daarom dan, ik of zij, zó prediken wij, en zó zijt gij tot het geloof gekomen.
Niet alleen dat. Hij heeft ook de vrouwen vervolgd, en dat doet hij hier nog steeds, dus hij overdrijft hier niet : Hij is het niet waard om apostel te heten. Het is goed dat hij dit zelf toegeeft, maar door de valse genade leer kunnen roofgierige wolven met gemak een troon in de gemeente krijgen. Door genade grijpen zij de macht. Door genade roven zij. Het is een wapen. In de ninja tempel komen wij zo tot de Lu, de tiende hexagram, oftewel het stapsgewijze, waarin verder wordt laten zien wat er gebeurt als de mens de staart van het beest optilt, zoals Mozes de staart optilde van de slang, zodat het in een stok zou veranderen. In deze hexagram is dat de staart van de tijger. Het is de zon ondergaande in het meer, wat ook het poëtische visioen van Calvijn II is : "Waar de zon ondergaat in het water, ver boven het piratenschip ...", als de overwinning over de piraten. Dit is dus een belangrijke hexagram. De tijger doet de mens geen kwaad, want de mens komt esoterisch tot de staart en niet letterlijk. De mens gaat er dus ontwijkend mee om, langsheen. Zoals de Vur zegt : alles cirkelend benaderen, zodat het je niet kan slaan.
lijn 1 : Voorzichtig zijn, geen grotere dingen aanpakken dan je aankan. Geen dingen doen waar je geen draagkracht voor hebt. Blijf dus binnen je eigen grenzen. Kom tot de pilaar van de heilige restrictie, en onderwerp je daaraan. lijn 2 : Het middelpad bewandelen. Het middelpad betekent : van alles een beetje. Overal waar 'te' voorstaat is niet goed. Leer te balanceren, leer te doseren, leer te combineren. lijn 3 : Hogere bronnen aanboren, je onderwerpen aan hogere principes. Weer is het van belang om terug te keren tot de pilaren. Kom je tekortkomingen en restricties onder ogen, en laat je helpen. Laad jezelf weer op. lijn 4 : Aandacht en alertheid, oftewel de alarmologie. Niemand kan zomaar zonder alertheid de staart van een tijger of slang optillen. Hiervoor is scholing nodig. lijn 5 : De juiste plaats vinden, het juiste seizoen en de juiste positie. lijn 6 : Terugkijken naar de geschiedenis voor de juiste sleutels. Alles is al volbracht in de geschiedenis. Daar mag de mens toe ontwaken.
Het gaat om het doel te bereiken door subtiel te zijn, zonder conflict, dus door te ontwijken.
12Indien nu van Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe komen sommigen onder u ertoe te zeggen, dat er geen opstanding der doden is? 13Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. 14En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. 15Dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de Christus opgewekt heeft, die Hij toch niet heeft opgewekt, indien er geen doden opgewekt worden. 16Immers, indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet opgewekt;
Paulus verstopt zich achter dit scheppings-symbool, maar gaat eigenlijk niet dieper, wat jammer is, want vrouwen moeten het onderspit delven. Er wordt dus een heel vuil spelletje gespeeld, wat we natuurlijk van piraten kunnen verwachten. In ieder geval wordt Korinthe in stand gehouden door de I Ching, en moet de mens het raadsel van de I Ching oplossen. Alle religies kwamen voort uit de I Ching en werden tegen elkaar opgezet, terwijl je het ook gewoon als een orakel mag zien, als esoterisch, als de verschillende seizoenen.
17en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. 18Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren. 19Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen. 20Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. 21Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens. 22Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.
Paulus wijst op de conflict-situatie van Adam. De volgende hexagram in de Ninja tempel is het Conflict, de zesde in de I Ching. De I Ching is zo'n beetje het oudste orakelboek van de wereld, nog voordat de grote religies opkwamen. De religies putten uit dit boek en kwamen door hun roof ervan tot grote gestalte. We gaan ook zien hoe Toronto zich via de I Ching ontwikkelde. De I Ching ligt aan de basis van de hele samenleving. SUNG is de naam van de pilaar van Conflict, als de pilaar van de restrictie, die zowel in het calvinisme als in het amazonisme voorkomt, en zo ook in het judaïsme en de islam. Het is de pilaar van de demonologie. De ninja's hebben hun eigen demonologie en die is simpel. Adam moest alle dieren van het paradijs een naam geven, als een beeld van de paradijselijke demonologie. Als wij komen tot de pilaar van restrictie, door het conflict, dan is het van belang allereerst de restrictie te aanvaarden. Het is een heilig pilaar.
De Vuh zegt hierover : "De zesde hexagram is de SNG, de kennis van de wildernis. Dit is het hexagram van conflict. Iedereen die op de tocht door de onderwereld, door de grotere wereld, door dit hexagram gaat krijgt hier te maken met oppositie en belemmering, met grote restrictie. Hier raak je vast. Hier moet de initiaat voorzichtigheid leren. Er is een pad, maar het vereist inspanning. De initiaat moet niet zomaar rivieren oversteken, maar de grote moeder ontmoeten. Je moet hier het einde dus loslaten, en niet het hele pad gaan. Je moet halverwege stoppen en niet je zin of wil doordrijven. Je moet jezelf een halt toeroepen. Je moet het begin overdenken.
In de zesde hexagram van het conflict is er scheiding die roddel veroorzaakt en verwonding brengt tot de initiaat. Dit is de kennis van de wildernis. De tweede lijn zorgt ervoor dat men ophoudt met het gevecht en terugkeert naar huis. Dit is voor bescherming. Hier zijn driehonderd families of huishoudingen, driehonderd tenten of tent-gebieden, kampen. Hier wordt de geest van valse schuld gebroken.
De initiaat kan het gevecht niet aan, en onderwerpt zich uiteindelijk aan het noodlot. De initiaat trekt zich terug van alle gevechten die gaande zijn. Hij verandert hierdoor. Wanneer hij een leren riem omdoet dan wordt het zo weer van hem afgenomen (drie keer in de morgen). Het volhoudingsvermogen wordt uiteindelijk gebroken. Alle beloningen worden uiteindelijk weer weggenomen, en eindigen in grote vernedering."
De eerste lijn van de SUNG gaat over het vluchten. In dit vluchten mag er een heel klein conflict zijn. Dit is ook de boodschap van de Vur. Soms kun je niet zomaar in één keer vluchten. Het gaat niet op de directe manier, dus moet je subtiel vluchten, wegdraaien, cirkelend vluchten. In de tweede lijn mag je al wat meer gaan ontwijken, en je zin doorzetten in het vluchten. Het conflict moet nu totaal afgebroken worden, en men moet vluchten naar huis, alles achter zich laten. Tegen een superieur kun je niet op, stelt Confucius in zijn commentaar. Confucius raadt aan niet alleen te vluchten, maar ook te verbergen. In de derde lijn keer je terug tot de erfenis, tot wat je al hebt, en probeert daar ander zicht op te krijgen. De mens moet leren werken met de erfenis. In de vierde lijn gaat dit verder en dieper. De mens moet tevreden zijn met wat hij heeft, ook al is het onzuiver. De mens moet een ander beeld vormen en zich onderwerpen aan de bron om alles te herzien. Als de mens te snel gaat is dat een vorm van eerzucht. Pas in de vijfde lijn wordt het probleem aangepakt, maar in de zesde lijn worden alle trofeeën weer afgenomen. In het oude China moest deze pilaar flexibiliteit brengen, meervoudige gezichtspunten. Mensen moeten dingen relativeren en niet te hecht vasthouden aan situaties en bezit. De mens moet er losser en intuïtiever mee omgaan. In de Vur worden verhalen op de helft afgebroken en gaan in een ander verhaal verder. Het halve is fundamenteel in de Vur. Zij die eerzuchtig zijn gaan altijd voor het volle.
49. DE HEI
11. Alles is hier half, Alle cirkels zijn verbroken, Om plaats te maken voor hogere cirkels, Ergens anders gaat het pad verder, Het pad eindigt hier in de zee, De regen heeft alles weggewassen 12. Niets zal gaan tot het einde, Alles zal teruggaan tot het begin
71. HANNAH
9. Dan staat ze in vlammen, en het gehele huis brandt. Ik moet hier weg. Maar de trappen zijn hier van vuur. Alles is van vuur. 10. Ik strompelde naar de uitgang van deze tuin. Ik had het in zicht nu, en greep naar mijn buik. 11. Bloedende tuinen, zover het oog reikt, vermengd met regen, waar het oog van Hannah over waakt. Het koren dat het goud omhoog haalt, het licht der sterren weerkaatsende, haar vrucht wordt vastgehouden. Hannah waakt. Het houten huis kraakt onder het getal van de lelies. Hier heeft ze haar woning. Hier voedt zij haar raadsel, haar mysterie, waar prinsen op paarden al eeuwen naar zoeken. Nee, zij zullen niet vinden, want Hannah waakt over haar geheim. Haar kroning was een bespotting. Haar lijden was een ontmaskering, maar niemand is ooit tot haar parel gekomen, niemand heeft ooit haar zwaard gedragen. Allen sterven zij door een blik op haar te slaan. Tot steen werden zij in alle eeuwigheden. Haar discipel is zoek, haar beker verloren. Zij heeft haarzelf nog nooit gezien. Zou zij het weten, dan zou zij sterven, daarom weet zij maar half. De rozengrachten hier zijn vol met parels. De mensen hier weten dat Hannah een geheim heeft, alleen ze kennen het niet. Ze hebben er alleen een glimp van opgevangen, en die glimp heeft hen voor altijd verblind. 12. Daar aan de overkant weten de mensen niet dat ze niet weten.
77. HET PLANTSOEN
8. Het is niet veel anders dan het zwaard dat de ongelovigen dwong het christendom aan te nemen. En zo is de orale besnijding net zo erg als de vaginale besnijding, omdat het beiden om dwang gaat, en de klachten erbij niet serieus worden genomen. Klachten zijn de tekenen dat de bezetting werkt. En men wil dat zo houden. Alle tong zal belijden, elke knie zal buigen. 9. Ook het half serieus nemen werd een grote trend. 10. Alles puur natuur. 11. Het educatieve zwaard heeft een praalwagen gemaakt voor het bandeloze verstand. 12. Veel van die schilderijen zijn enigmatische paradijselijke taferelen.
49. DE HEI
8. Nee, het is niet afgemaakt, Ergens anders gaat het verhaal verder, De hei is halve verhalen, De onvolkomen pracht, Waar de morgen opkomt, Wachtende op de nieuwe nacht 9. De hei is de armoede, Niets is afgemaakt, Zij hebben alles verloren, om de wildernis te bereiken, Alleen in naaktheid zult gij binnengaan, De wildernis uw enige bedekking 10. De tocht stopt halverwege, in de oorlog, Alleen in cryptogrammen zal de tocht verdergaan, Het mysterie van de hei
De ninja roofde deze pilaar en maakte er het overmatige conflict van in zijn smetvrees. Er zijn hierin geen tussenstappen. De ninja is agressief en opvliegend. De ninja denkt niet na. In het oude China ging deze pilaar gepaard met de slapende tijger, als het slapende beest, de slapende slang als de slapende Saveer die aan de drugs is. Er staat een monnik bij die overpeinst. Er moeten geen slapende honden wakker gemaakt worden. De monnik moet het bergpad dichtbij begaan om meer inzicht te krijgen. Er is dus een veel hoger conflict, en dat moet de mens niet verspillen. Deze hiëroglief is als een ladder. De mens moet hier beseffen in de wolken, in zijn klim, dat veel strijd en overwinning slechts illusie is.
23Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst; 24daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. 25Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. 26De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood, 27want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd, die Hem alles onderworpen heeft. 28Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.
Hier zien we Jezus onderworpen aan God. Ook in het Paulinisme is Jezus dus niet God. De zoon moet hier buigen. Het is een tekst waar christenen het liever niet over hebben, want het verbrand al hun heilige huisjes. Hier moet de Zoon aftreden. Hier verliest de Zoon zijn winst, zijn trofeeën, zoals in de zesde lijn van de pilaar van conflict, van restrictie. De zoon buigt hier aan de voeten van God. God is in de gnosis en de grondtekst de Moeder.
|
|
AMAZONE KERK
De Bilha en de Vur
Dit is een algemene naam die door verschillende medewerkers wordt gebruikt.
Posts: 610
|
Post by AMAZONE KERK on Apr 2, 2017 14:19:48 GMT 2
29Wat zullen anders zij doen, die zich voor de doden laten dopen? Indien er in het geheel geen doden opgewekt worden, waarom laten zij zich nog voor hen dopen? 30Waarom zijn ook wijzelf van uur tot uur in gevaar? 31Zowaar als ik, broeders, op u roem draag in Christus Jezus, onze Here, ik sterf elke dag. 32Indien ik te Efeze, naar de mens, met wilde dieren gevochten heb, wat baat het mij? Indien er geen doden worden opgewekt, laten wij eten en drinken, want morgen sterven wij. 33Misleidt uzelf niet; slechte omgang bederft goede zeden. 34Komt tot de rechte nuchterheid en zondigt niet langer, want sommigen hebben geen besef van God. Tot uw beschaming moet ik dit zeggen.
Toronto is de slechte omgang. Toronto is de pseudo-pilaar van de heilige waanzin. Toronto heeft lopen roven in de I Ching om dit bolwerk te bouwen. Paulus heeft het over het sterven aan zichzelf, maar er is ook een valse dood, de afvalligheids-dood, en dat vormt de basis in de I Ching van Toronto. Hexagram 55 is de Feng, de Overvloed, de Chinese Bacchus. Deze Feng of Vang hiëroglief werd gestolen door ninja-piraten om het grote Toronto te bouwen op de fundamenten van Bacchus. In de eerste lijn werd Toronto gelijk aan de Heer, als een grote zelfvergoddelijking, gebaseerd op de 'Jezus is God' stelling, wat zijn diepte heeft in de I Ching, maar wat de ninja-piraten corrupt maakten. We zullen zien hoe de I Ching hier mee afrekent. Er wordt heel duidelijk gezegd in de eerste lijn dat dit maar tien dagen goed kan gaan, wat natuurlijk symbolisch is voor een seizoen, een gelimiteerd tijdperk. Daarna als zij nog steeds gelijk zijn aan de Heer, in de godheid van het zelf, dan zal alles falen. Met andere woorden de zelfvergoddelijking moet in balans zijn. Die balans wordt besproken in het Ismaël evangelie van de Bilha, waarin de mens zich ook moet onderwerpen aan het goddelijke en het goddelijke zoeken.
In lijn 2 zien we het voorhangsel, de restrictie. De mens moet hier leren niet over de grenzen te gaan en om de grenzen te accepteren. Toronto deed dit niet, en had lak aan alle grenzen. Toronto wilde spijbelen, en wilde de opvoeding niet. Als een brullende Bacchus rende Toronto naar de stad om daar Toronto-feestjes te houden, tot meerdere eer en glorie van het valse, tuchteloze, verwende zelf. Zo was Toronto een virus.
In de derde lijn is de mens gebonden in de duisternis.
In de vierde lijn is er een ontmoeting in de tent, waar de mens voor een keuze komt te staan : worden tot de Heer, tot Jezus, of alleen maar het ontmoeten van de Heer, als het ontmoeten van de zon, of door het schild de Medusa verslaan, oftewel Jezus, Jom.
Dit komt ook terug in de Griekse mythologie waarin Perseus het monster Medusa onthoofde. Zodra iemand een blik wierp op het monster versteende die persoon, zodat Perseus het monster moest benaderen zonder rechtsstreeks naar het monster te kijken. Perseus keek alleen indirect naar het monster door de weerspiegeling in het schild. Dit is een parallel van hoe de mens met het Jezus monster, de heks Jom, moet omgaan. De mens mag het niet rechtstreeks benaderen, niet letterlijk, maar alleen esoterisch, als door een gebroken spiegel. Perseus nam het hoofd van Medusa en gebruikte het sindsdien als een wapen, maar gaf het later aan de godin Athena die het op haar schild vastmaakte. Een mens die op Jezus keek versteende. Ook het verstand versteende en werd verletterlijkt. De afgevallen zonen van God, de nefilims, waren mens geworden, en werden in de mens Jezus tot God gemaakt. Zij hadden de 'Jezus is God' belijdenis nodig, maar er is iets veel diepers gaande. De God is het hoofd, zoals Christus het hoofd van de kerk werd, het hoofd van het lichaam. Jezus is God, het hoofd, betekent alreeds dat het monster onthoofd is. Perseus gebruikte het als een wapen om zijn vijanden te verstenen. Hij kon zichzelf en anderen hiermee beschermen, en kon anderen ook redden van andere monsters. Hij gebruikte het hoofd van Medusa om hen te verstenen. Zij die 'Jezus is God' letterlijk nemen worden erdoor versteent, en zij die het esoterisch zien als het onthoofde monster zijn als Perseus.
De vijfde lijn is roem.
In de zesde lijn wordt de mens door zijn rijkdom geïsoleerd, en sterft hierin een afvallige dood, en wordt zo tot een Orionse zombie van Toronto. Deze rijkdom kan zijn op allerlei gebieden : financieel, psychisch, emotioneel, religieus, mentaal, fysiek, sociaal etc. De mens wordt gelokt door deze zwarte afvallige dood om een Toronto robot te worden.
Deze hexagram moet dus teruggeroofd worden en er moet inzicht over verkregen worden.
Voor een ander fundament van Toronto stalen de ninja-piraten hexagram 63 : Chi Chi, het nu doen, het volbrachte, de voltooiing. Maar deze Ji Ji hexagram heeft een inhoud die de rovers niet ver laten komen. De Ji Ji is namelijk erg goed beveiligd, waardoor de Toronto joyride maar een tijdelijkheid is.
35Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? 36Dwaas! Wat gij zelf zaait, wordt niet levend, of het moet gestorven zijn, 37en als gij zaait, zaait gij niet het toekomstige lichaam, maar slechts een korrel, bijvoorbeeld van koren, of van iets anders. 38Maar God geeft er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heeft, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam.
Hier worden de zaai en oogst principes besproken. Wat de mens zaait zal de mens ook oogsten. De Ji Ji hexagram laat zien dat als de mens overmatig met voorspoed zaait en in overmoed leeft, dan zal wanorde geoogst worden, wat we ook terugzien in Toronto. Er is geen alarm. Alles ligt door elkaar. Er is geen demonologie, waardoor de geesten vrije ingang en uitgang hebben.Toronto wordt in de woestijn voortgedreven door de wind. Het is een zware infectie van het volk.
In lijn 1 wordt de staart natgemaakt - Mozes gebruikt de stok om zee te splitsen voor doorgang. Lijn 2 : ga niet op zoek naar het verlorene. Het zal vanzelf terugkomen. Lijn 3 : demonologie door vermoeidheid - in 3 jaar land veroveren. Lijn 4 : je boot heeft een lek. Je kunt alles wat om handen is gebruiken om het lek te dichten. Het hoeven geen volkomen dingen te zijn. Alles is bruikbaar voor iets. Lijn 5. De rijke offert pralend rijk, maar dat is niet beter dan hen die simpele offers brengen. Protserigheid loont niet. Lijn 6. De verdrinking - potentiële wedergeboorte, sterven v/d oude mens/ rijkdom. De Egyptenaren die vasthouden aan hun bezit en het niet willen laten gaan verdrinken in de zee.
Symbool : waterput met vuur op de bodem. De mens stal de Chi Chi en werd daardoor overweldigd door water, als een alarm wat afging.
39Alle vlees is niet hetzelfde, maar dat van mensen is anders dan dat van beesten, en het vlees van vogels weer anders dan dat van vissen. 40Er zijn hemelse en aardse lichamen, maar de glans der hemelse is anders dan die der aardse. 41De glans der zon is anders dan die der maan en der sterren, want de ene ster verschilt van de andere in glans. 42Zo is het ook met de opstanding der doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid; 43er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht. 44Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt.
Paulus wijst dus terug op de natuurlijke wetten waardoor alles groeit. Een ander fundament van Toronto is de gestolen Yi, hexagram 42 van de I Ching. De Yi is de vermeerdering. Toronto heeft dit principe misbruikt.
Lijn 1 : het is goed om landbouw te bedrijven - plantengroei - onderworpen aan de natuurlijke wetten. Lijn 2 : volharding in het orakel brengt voorspoed Lijn 3. tegenslag gebruiken om te groeien Lijn 4. publiek maken van de balanzen brengt volgelingen Lijn 5. als je oprecht bent en een goed hart hebt hoef je niet te vragen Lijn 6. er is geen vermeerdering want er zijn geen goede fundamenten voor. De mens moet weten te stoppen, anders zal de mens aangevallen worden door deze wachter van de Yi.
Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam. 45Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. 46Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke. 47De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. 48Gelijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen. 49En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen.
Hier stelt Paulus dat zelfs de ziel onderworpen is aan de natuur.
50Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet. 51Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. 53Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.
Door het wegbonjouren van de vrouw, en daardoor de natuurlijke principes van groei, haaste Paulus zich in overmoed naar het grote Toronto. Daarom is er ook veel valse afvallige dood in de leerstellingen van Paulus, en zien we grote scheefgroei. Demonologisch gezien hebben wij hier te maken met een gehandicapt kind. Er is een snelle dood en een snelle opstanding, alsof Paulus ergens aan wil ontvluchten, een groter Pasen.
54En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning. 55Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel? 56De prikkel des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet. 57Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus. 58Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here.
Hier zien we die scheefgroei dat Paulus de zonde gelijk stelt aan de wet. Natuurlijk zijn er valse wetten, maar de mens moet terugkeren tot de heilige wetmatigheden van de natuur, wat niet even snel door een persoon vervangen kan worden, alhoewel de wet zich wel weer verpersoonlijkt op een bepaald punt. Hier zijn zware condities ervoor, en Paulus spreekt vaak te makkelijk over deze dingen, zonder een diep, goed gefundeerd demonologisch fundament.
16
1Wat nu de inzameling voor de heiligen betreft, doet ook gij, evenals ik het in de gemeenten van Galatië geregeld heb: 2elke eerste dag der week legge ieder uwer naar vermogen thuis iets weg, en hij spare dit op, opdat er niet eerst na mijn komst inzamelingen moeten gehouden worden. 3Wanneer ik dan aangekomen ben, zal ik hen, die gij daarvoor geschikt acht, met brieven zenden om uw liefdegave te Jeruzalem af te dragen. 4Mocht het echter van belang zijn, dat ik ook de reis maak, dan zullen zij met mij reizen.
Paulus gaat voor zijn circus hier met de pet rond. Hij kreeg de roem die hij wilde, en hij kreeg de volgelingen, zoals de I Ching voorspelde, maar uiteindelijk zal een dieper Pasen hem testen. Het alarm op de grote I Ching ging af, en de Egyptenaren verdronken in de overweldigende zee, toen Paulus deze steen probeerde los te wrikken. Dat had hij niet moeten doen. Calvijn deed daar nog eens een schep bovenop, met alle gevolgen daarvan. De grote haai van Toronto kwam, Elias, om een grote slag in de wereld te slaan. Nu probeert de mens terug te keren tot het oude orakel, maar het orakel kapt en is overgevoelig.
5En ik zal tot u komen, wanneer ik Macedonië doorgereisd ben, want ik zal de reis door Macedonië doen, 6maar dan zal ik mij mogelijk bij u langer ophouden, misschien wel de winter doorbrengen, zodat gij mij kunt voorthelpen, wanneer ik verder reis. 7Want ik wil u thans niet in het voorbijgaan bezoeken, want ik hoop enige tijd bij u te blijven, als de Here het toestaat. 8Maar ik zal nog tot Pinksteren te Efeze blijven; 9want mij is een grote en machtige deur geopend en er zijn vele tegenstanders.
Paulus moest in de amazone stad Efeze blijven tot Pinksteren, tot het ontvangen van de Heilige Geest, oftewel de Bijmoeder, en ging toen naar Macedonië, oftewel Europa. Hier zaaide hij het zaad voor het komende katholicisme en het calvinisme, twee Europse stromingen van het christendom.
10Wanneer Timoteüs komt, zorgt er dan voor, dat hij bij u niet afgeschrikt wordt, want hij doet het werk des Heren evenals ik; 11laat niemand hem dan geringschatten. Maar helpt hem voort in vrede, opdat hij tot mij komen kan, want ik wacht op hem met de broeders. 12En wat broeder Apollos aangaat, hem heb ik herhaaldelijk verzocht met de broeders tot u te gaan, doch hij wenste bepaald niet nu te gaan, maar hij zal gaan, zodra het hem gelegen komt. 13Blijft waakzaam, staat in het geloof, weest manlijk, weest sterk! 14Laat alles bij u in liefde toegaan.
Mannelijk staat gelijk aan dapperheid in het Grieks, en Paulus kan het niet laten om aan het einde van zijn brief nog even de kaart van de swastika van mannelijkheid op te steken, alsof vrouwen niet dapper en sterk kunnen zijn. Weer maakt hij dus een sexistische, racistische opmerking. Timoteüs is een soort kind van hem, wat symbolisch het grote Europa is wat door Paulus werd gebaard. Apollos werkte samen met Paulus. Zijn naam komt van de zonnegod Apollo, de god van het orakel van Delphi, wat in de wortels ook de metaforische eeuwige verdoemenis is om de lusten van het vlees te doven. Dit kwam ook terug in het latere calvinisme, als de opening van die put. In de apocalypse komt Apollyon naar voren als zijnde de engel van die put. Zijn naam is ook verbonden aan Apollonia, een plaats in Macedonië.
15Nog een verzoek, broeders: gij weet van het huis van Stefanas, dat het een eersteling van Achaje is en dat zij zich ten dienste van de heiligen gesteld hebben. 16Stelt u dan ook onder zulke mensen, en onder ieder, die medewerkt en arbeidt. 17Ik verblijd mij over de komst van Stefanas, Fortunatus en Achaïkus, want hetgeen van uw kant nog ontbrak, hebben dezen aangevuld; 18want zij hebben mijn geest en de uwe verkwikt. Erkent dan zulke mensen.
Stefanas was een Korinthische bekeerling, wiens naam 'kroon' betekent, van de overwinnaar, wat ook een beeld is dat de mens Korinthe metaforisch moet overwinnen door tot de esoterische betekenis ervan te komen.
19U groeten de gemeenten van Asia. Vele groeten in de Here van Aquila en Prisca en van de gemeente bij hen aan huis. 20U groeten al de broeders. Groet elkander met de heilige kus. 21Een eigenhandige groet van mij, Paulus. 22Indien iemand de Here niet liefheeft, hij zij vervloekt. Maranata! 23De genade van de Here Jezus zij met u. 24Mijn liefde is met u allen in Christus Jezus.
Paulus sluit zoals gewoonlijks af met zijn groeten en zegeningen.
En ik groet u ook, Calvijn II
|
|