Het Eiland in de Zuiderzee
Apr 4, 2017 16:54:03 GMT 2
Post by AMAZONE KERK on Apr 4, 2017 16:54:03 GMT 2
Het Eiland in de Zuiderzee
De I Ching zijn huizen met allemaal zes verdiepingen waarin de mens kan wonen en kan overschakelen. Dat schakelen is een hele kunst, maar het is al heel wat als die schakels er zijn, als de schakels worden besproken. Dat gebeurt eigenlijk in alle religies, maar het kan maar zo vastgroeien, en dan geeft de I Ching een helder overzicht, en geeft de zogenaamde "missing links".
De mens verdronk in de zee van het bestaan, als een watergraf, en vanuit de zee kwam het beest, als de nieuwe natuur. Dit beest had zeven koppen. Het is het beeld van de mens die na het sterven opstaat, wedergeboren wordt.
Het eerste beest is in het Aramees 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. De zee, of het moeras, het watergraf, draagt dus in de diepte de nacht van de grootsheid die zal verschijnen in de Ramadan, de maand van het vasten, in de islamitische mythologie. In het Aramees is dit ook wat in het christendom de komst van de Heilige Geest wordt genoemd. Het brengt een grote geestvervoering, want in het Chinees is dit moeras ook genoemd 'de vreugde'. Dit is een dualiteit. Het kan zowel goedgaan als misgaan. Daarom heeft de I Ching in hexagram 38, de Tegenstellingen, een paar regels hiervoor opgesteld, zoals ook in het christendom en de islam regels zijn opgesteld voor het ontvangen van de heilige geest, oftewel de grote heilige nacht.
In het Chinees, in deze hexagram, zien we het vuur zweven boven het moeras, als het grote inzicht. De mens moet de gnosis ontvangen, als de sleutel tot de ware vreugde. Het beest, de wilde natuur van de mens, is de wortel van de zee, als de nacht van grootsheid die geopenbaard zou worden, als een groot vuur, als een groot inzicht. Het beest had zeven koppen, als zeven schakels, want de mens zou de techniek moeten leren. Niets staat op zichzelf. Dit zijn dus de instrumenten van de grote fabriek van de gnosis, een nieuwe industrie, als een industrial revolution.
Technisch gezien gaat het dan om de zeven koppen van het beest, de zeven schakelaars van het inzicht. Dit is dus de onderverdeling, wat ook de naam is van hexagram 60 in de I Ching. Dit is ook de hogepriesterlijke pessa-steen, de verdelende steen. Deze activeert de gave van onderscheiding. Laten we kijken naar het mechanisme van deze dynamiek in de I Ching :
Lijn 1. Blijf in je binnenste eerst, en treedt niet naar buiten. Kom de grenzen onder ogen en zie dat deze niet vast zijn, maar flexibel, onderworpen aan het schakel-systeem. Grenzen zijn dus relatief, maar eerst moet je daarvan de mechaniek onder ogen komen en je terugtrekken in jezelf. Blijf dus in je woning, ga je tuin niet uit. Houdt het hek in ere en krijg inzicht wanneer je naar buiten kan gaan en wanneer niet. Vindt uit wanneer je in contact mag komen met anderen en wanneer niet. Dit is dus een schakel van communicatie. Hierin moet de mens diep gaan en er alle tijd voor nemen, zodat de mens dit niet slordig doet. Er staat veel op het spel. De mens moet dus de verkeerslichten van de communicatie leren verstaan. Dit is en blijft dus een heel technisch verhaal.
Lijn 2. Verlaat al je oude manieren. Begin helemaal opnieuw. Laat alles los, al je kennis over zaken, en sta open voor het nieuwe. Dit is het punt waarop de mens zijn huis en tuin moet verlaten om naar buiten te gaan, op reis, buiten het hek.
Lijn 3. Terugkeren tot de grenzen, maak een nieuw huis en een nieuwe tuin. Leer van het verleden, meng de nieuwe ideeën met de oude ideeën. Maak nieuwe onderverdelingen. Inventariseer alles.
Lijn 4. De beperkingen leiden tot inzicht en zo tot vreugde. De beperkingen laten namelijk het pad zien. De beperkingen sturen de mens op het pad, en beschermen de mens tegen gevaar.
Lijn 5. Leef zuinig, door minimalisme. Hierdoor zul je ook anderen kunnen helpen.
Lijn 6. Dit alles wordt getest door druk van buitenaf, door beschuldigingen. Toch moet de mens volharden in het goede.
In het oude China was dit de hieroglief van een vis op het vuur. De vis is het beeld van de eenzijdigheid. Het vuur zorgt voor relativering, een stimulatie voor het verbeeldingsvermorgen. Het vuur zorgt voor onderscheiding. Dit is metaforisch, zoals ook de hogepriesters offers moesten brengen om de pessa, de onderscheidings-steen, op te laden.
De pessa, oftewel hexagram 60, is een groot paradijselijk eiland waartoe de mens moet terugkeren. Door de inwijdingen tot de pessa ontstaat er communicatie met de pessa. De pessa ligt dus diep opgeborgen in het zand, de aphar, van het paradijs. In diepte is dit dus het werkelijke zevenkoppige beest van de Openbaring : een eiland.
Pessa is de belichaming van de hogere gnosis, de schat in de eeuwige duisternis. De duisternis is dus niet een doel op zich, maar een middel. Uiteindelijk moeten we tot grotere onderscheiding komen, tot het diepere mysterie van het nachtzicht. In de worteltekst is het Griekse zand van de zee ook het zout. Zo belichaamt de pessa, hexagram 60, een geheel nieuwe natuur, van zand, wateren en zout, als een ontdekt eiland. De naam van dit hexagram in het Chinees is Tsee.
In de KJV staat Johannes op het zand van de zee wanneer hij het visioen van het beest krijgt. Johannes werd hier naartoe genomen in zijn geestvervoering. Zo kon hij dit eeuwig mechanisme van het onderscheiden waarnemen en ervaren, wat dus niet buiten de dualiteit omging. Vandaar dat wij ook spreken van een dubbelvisioen hier.
De Zuiderzee breekt door tot dit doel, en zal ook het eiland laten zien. De Zuiderzee overweldigt om hen die de techniek willen leren te brengen tot dit eiland. De Zuiderzee zal tot dit doel inwijden en onderwijzen. Ook brengt de Zuiderzee recht in dit tijdperk van onrecht, waarheid in het tijdperk van leugen. In dit hexagram is er een balans en samenwerking tussen gevaar boven, en vreugde onder. Zij vormen elkaar. Zonder gevaar op de reis kan er geen vreugde komen. Goed omgaan met gevaar leidt tot inzicht, wat vreugde brengt. In dit hexagram ligt het moeras onder, en het water, het onpeilbare, het gevaar, boven. Juist het gevaar is de diepte. De mens die de diepte volgens de daartoe aangestelde regels ingaat maakt vanzelf antistoffen aan tegen het gevaar. Er is ook een heilig gevaar wat een mysterie is, een gevaar wat de mens zal overweldigen. Er zijn dus verschillende soorten gevaren. Juist het heilige gevaar, wat een positief gevaar is, is de bescherming.
De I Ching zijn huizen met allemaal zes verdiepingen waarin de mens kan wonen en kan overschakelen. Dat schakelen is een hele kunst, maar het is al heel wat als die schakels er zijn, als de schakels worden besproken. Dat gebeurt eigenlijk in alle religies, maar het kan maar zo vastgroeien, en dan geeft de I Ching een helder overzicht, en geeft de zogenaamde "missing links".
De mens verdronk in de zee van het bestaan, als een watergraf, en vanuit de zee kwam het beest, als de nieuwe natuur. Dit beest had zeven koppen. Het is het beeld van de mens die na het sterven opstaat, wedergeboren wordt.
Het eerste beest is in het Aramees 'het beest van het moeras', wat 'het beest van PEHU' is in het Egyptisch. PEHU betekent : 'beyond', boven, over, wat als wortel heeft PEH, de diepste nacht. De zee, of het moeras, het watergraf, draagt dus in de diepte de nacht van de grootsheid die zal verschijnen in de Ramadan, de maand van het vasten, in de islamitische mythologie. In het Aramees is dit ook wat in het christendom de komst van de Heilige Geest wordt genoemd. Het brengt een grote geestvervoering, want in het Chinees is dit moeras ook genoemd 'de vreugde'. Dit is een dualiteit. Het kan zowel goedgaan als misgaan. Daarom heeft de I Ching in hexagram 38, de Tegenstellingen, een paar regels hiervoor opgesteld, zoals ook in het christendom en de islam regels zijn opgesteld voor het ontvangen van de heilige geest, oftewel de grote heilige nacht.
In het Chinees, in deze hexagram, zien we het vuur zweven boven het moeras, als het grote inzicht. De mens moet de gnosis ontvangen, als de sleutel tot de ware vreugde. Het beest, de wilde natuur van de mens, is de wortel van de zee, als de nacht van grootsheid die geopenbaard zou worden, als een groot vuur, als een groot inzicht. Het beest had zeven koppen, als zeven schakels, want de mens zou de techniek moeten leren. Niets staat op zichzelf. Dit zijn dus de instrumenten van de grote fabriek van de gnosis, een nieuwe industrie, als een industrial revolution.
Technisch gezien gaat het dan om de zeven koppen van het beest, de zeven schakelaars van het inzicht. Dit is dus de onderverdeling, wat ook de naam is van hexagram 60 in de I Ching. Dit is ook de hogepriesterlijke pessa-steen, de verdelende steen. Deze activeert de gave van onderscheiding. Laten we kijken naar het mechanisme van deze dynamiek in de I Ching :
Lijn 1. Blijf in je binnenste eerst, en treedt niet naar buiten. Kom de grenzen onder ogen en zie dat deze niet vast zijn, maar flexibel, onderworpen aan het schakel-systeem. Grenzen zijn dus relatief, maar eerst moet je daarvan de mechaniek onder ogen komen en je terugtrekken in jezelf. Blijf dus in je woning, ga je tuin niet uit. Houdt het hek in ere en krijg inzicht wanneer je naar buiten kan gaan en wanneer niet. Vindt uit wanneer je in contact mag komen met anderen en wanneer niet. Dit is dus een schakel van communicatie. Hierin moet de mens diep gaan en er alle tijd voor nemen, zodat de mens dit niet slordig doet. Er staat veel op het spel. De mens moet dus de verkeerslichten van de communicatie leren verstaan. Dit is en blijft dus een heel technisch verhaal.
Lijn 2. Verlaat al je oude manieren. Begin helemaal opnieuw. Laat alles los, al je kennis over zaken, en sta open voor het nieuwe. Dit is het punt waarop de mens zijn huis en tuin moet verlaten om naar buiten te gaan, op reis, buiten het hek.
Lijn 3. Terugkeren tot de grenzen, maak een nieuw huis en een nieuwe tuin. Leer van het verleden, meng de nieuwe ideeën met de oude ideeën. Maak nieuwe onderverdelingen. Inventariseer alles.
Lijn 4. De beperkingen leiden tot inzicht en zo tot vreugde. De beperkingen laten namelijk het pad zien. De beperkingen sturen de mens op het pad, en beschermen de mens tegen gevaar.
Lijn 5. Leef zuinig, door minimalisme. Hierdoor zul je ook anderen kunnen helpen.
Lijn 6. Dit alles wordt getest door druk van buitenaf, door beschuldigingen. Toch moet de mens volharden in het goede.
In het oude China was dit de hieroglief van een vis op het vuur. De vis is het beeld van de eenzijdigheid. Het vuur zorgt voor relativering, een stimulatie voor het verbeeldingsvermorgen. Het vuur zorgt voor onderscheiding. Dit is metaforisch, zoals ook de hogepriesters offers moesten brengen om de pessa, de onderscheidings-steen, op te laden.
De pessa, oftewel hexagram 60, is een groot paradijselijk eiland waartoe de mens moet terugkeren. Door de inwijdingen tot de pessa ontstaat er communicatie met de pessa. De pessa ligt dus diep opgeborgen in het zand, de aphar, van het paradijs. In diepte is dit dus het werkelijke zevenkoppige beest van de Openbaring : een eiland.
Pessa is de belichaming van de hogere gnosis, de schat in de eeuwige duisternis. De duisternis is dus niet een doel op zich, maar een middel. Uiteindelijk moeten we tot grotere onderscheiding komen, tot het diepere mysterie van het nachtzicht. In de worteltekst is het Griekse zand van de zee ook het zout. Zo belichaamt de pessa, hexagram 60, een geheel nieuwe natuur, van zand, wateren en zout, als een ontdekt eiland. De naam van dit hexagram in het Chinees is Tsee.
In de KJV staat Johannes op het zand van de zee wanneer hij het visioen van het beest krijgt. Johannes werd hier naartoe genomen in zijn geestvervoering. Zo kon hij dit eeuwig mechanisme van het onderscheiden waarnemen en ervaren, wat dus niet buiten de dualiteit omging. Vandaar dat wij ook spreken van een dubbelvisioen hier.
De Zuiderzee breekt door tot dit doel, en zal ook het eiland laten zien. De Zuiderzee overweldigt om hen die de techniek willen leren te brengen tot dit eiland. De Zuiderzee zal tot dit doel inwijden en onderwijzen. Ook brengt de Zuiderzee recht in dit tijdperk van onrecht, waarheid in het tijdperk van leugen. In dit hexagram is er een balans en samenwerking tussen gevaar boven, en vreugde onder. Zij vormen elkaar. Zonder gevaar op de reis kan er geen vreugde komen. Goed omgaan met gevaar leidt tot inzicht, wat vreugde brengt. In dit hexagram ligt het moeras onder, en het water, het onpeilbare, het gevaar, boven. Juist het gevaar is de diepte. De mens die de diepte volgens de daartoe aangestelde regels ingaat maakt vanzelf antistoffen aan tegen het gevaar. Er is ook een heilig gevaar wat een mysterie is, een gevaar wat de mens zal overweldigen. Er zijn dus verschillende soorten gevaren. Juist het heilige gevaar, wat een positief gevaar is, is de bescherming.